Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 121 Kwaad afweren, goede aanmoedigen, met angst omgaan

Foto: Susan Hol, 2019, van eigen exemplaar prentenboek ‘Cloth Lullaby; The woven life of Louise Bourgeois’, door Amy Novesky (tekst) en Isabelle Arsenault (tekeningen).

Het animisme dat criticus Lucy R. Lippard in het werk van Louise Bourgeois ziet (Artforum, 13, no.7, maart 1975), moet opgevat worden in de meest bekende betekenis: het toekennen van een ziel aan allerlei zaken (zie ook aflevering 120).

Wat is namelijk het geval? Lippard noemt het animisme van Bourgeois’ werk in verband met ‘primitieve’ kunst, ook wel tribale kunst genoemd, ofwel etnografische kunst: de beeldende kunst en materiële cultuur van inheemse volkeren, gemaakt in bijvoorbeeld Afrika, Amerika (zoals Zuid-, Midden-, Noord-Amerika inclusief Groenland, Siberische Yup’ik-volkeren), en Oceanië (zoals Australië, Melanesië, Nieuw-Zeeland en Polynesië).

Deze beeldende kunst is vaak ceremonieel of religieus van aard (animisme!). Het is ook druk verzameld door westerse antropologen, privéverzamelaars en musea, dus welbekend onder westerlingen.

Lippard bedoelt met haar vergelijking van Bourgeois’ werk met etnografische kunst niet zozeer de formele invloed ervan, maar eerder emotieve kwaliteiten van deze kunst. Ze vertelt dat veel van deze kunst is gemaakt om continu contact met natuurlijke krachten te verzekeren, om het kwaad af te weren, om het goede aan te moedigen en om met angst om te gaan. Met andere woorden een duidelijk geval van animisme in de meest bekende betekenis.

Volgens Lippard dient het animisme van Bourgeois soortgelijke functies, het omgaan met angst, kwaad afweren, het goede aanmoedigen. Lippard zou daarin weleens heel erg gelijk kunnen hebben.

Mocht Bourgeois beïnvloed zijn door deze etnografische kunst, en waarom zou ze niet, want het was alomtegenwoordig, dan bevond ze zich in goed gezelschap. Er waren meer kunstenaars die onder de indruk waren van etnografische kunst, zoals de kubisten (waarvan Picasso de meest bekende is) die Bourgeois kende in Parijs, haar vrienden onder de surrealisten, en kunstenaars bij de ontluikende New York School in de jaren 1940 en 1950.

Volgens Lippard zijn de verwijzingen van Bourgeois in haar werk vaak nostalgisch. Ze gaat op zoek naar waar haar obsessie met huizen en rivieren vandaan komt, en alles wat dit impliceert als symbolen, en komt uit bij haar kindertijd langs de rivier Bièvre.

Over dat leven aan de rivier Bièvre hebben Amy Novesky (tekst) en Isabelle Arsenault (tekeningen) een prachtig prentenboek gemaakt: Cloth Lullaby; The woven life of Louise Bourgeois.

Wat was dat voor een leven?

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder