Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 122 Het weefwerk van Bourgeois’ leven

Foto: Susan Hol, 2019, van eigen exemplaar prentenboek ‘Cloth Lullaby; The woven life of Louise Bourgeois’, door Amy Novesky (tekst) en Isabelle Arsenault (tekeningen).

In het prentenboek Cloth Lullaby; The woven life of Louise Bourgeois schrijft Amy Novesky bij de tekeningen van Isabelle Arsenault (zie ook aflevering 121) dat Louise Bourgeois opgroeide aan een rivier. Ze woonde met haar familie in een groot huis aan deze rivier, die als een wollen draad overal doorheen weefde en leven gaf aan een prachtige bloementuin, de boomgaard en de populieren die haar vader plantte. In een tent in de tuin langs de rivier bleef ze soms met de andere kinderen slapen. Ze schreef dan in haar dagboek, keek naar de sterren en luisterde naar het ruisen van de rivier.

Haar ouders hadden een bedrijf in het restaureren van wandtapijten. Op haar twaalfde leerde Louise het ambacht ook. Zij repareert vooral de onderkant van de tapijten: de voeten van de gewoven figuren. De kleurige tapijten leerden haar over vorm en kleur en soorten textiel. Haar moeder bracht haar de fijne kneepjes van het weven en repareren en verven van weefdraad bij. Haar vader was vooral de grote afwezige, de man in wiens ogen zij niet veel waard was, die haar vernederde in het bijzijn van anderen, die het niet nodig vond dat ze studeerde en wilde dat ze ging trouwen. Ach ja, waar hebben we dat meer gehoord …

Wel jammer dat Louise Bourgeois dagboeken vol bleef schrijven over het onrecht dat haar vader haar aandeed, dat ze het maar moeilijk los kon laten. Al ging ze dus wél studeren, mathematica. Ze hield van vakken met stabiliteit en orde, zoals geometrie en kosmografie. Sterren waren tenminste voorspelbaar, net als het opkomen van de zon en het ondergaan van de maan. Ze was diep teleurgesteld toen bleek dat ook de mathematica onzekerheden met zich meebracht, net als het gewone leven.

Het prachtig uitgevoerde prentenboek is een romantische weergave van Bourgeois’ leven, drijfveren en werk. Het is een mooi, rond, meeslepend, ontroerend, kloppend verhaal (een beetje zoals Abramović haar Walk through walls, een memoir heeft vormgegeven, zie aflevering 93 en/of mijn blog over dat boek). Alles past precies en het een volgt logisch uit het ander. Ze lijkt, zoals criticus Lucy R. Lippard schrijft in haar artikel in Artforum (13, no.7, maart 1975), te drijven op herinneringen en intuïtie, zoals de klassieke ‘vrouwelijke’ kunstenaar zou doen.

Maar is dat ook echt zo?

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder