Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 126 Louise Bourgeois’ terugkerende thema’s en alchemie

Louise Bourgeois, Laurel Easton, 1944. Foto: Susan Hol, 2019, genomen van het boek ‘Louise Bourgeois, An Unfolding Portrait’, door Deborah Wye (MoMa, New York, 2017), p.151.

Louise Bourgeois had een grote interesse voor relaties, vooral die van één persoon met zijn/haar omgeving (zie aflevering 125). Lucy R. Lippard ziet in het werk van Bourgeois terugkerende thema’s als inperking, het lichaam-huis van de vrouw; het gefrustreerde verlangen naar ontsnapping (ladders die de verkeerde kant opgaan, een desolaat zwevende ballon in een kamer die niet door een smalle deur kan); huizen met vleugels of brandend ‘tegen depressie’ (quotes zijn uitspraken van Bourgeois, schrijft Lippard); opdoemende zuilen met ronde ogen; een ‘koffer, voor de tijd die voorbij is’ (Artforum, 13, no.7, maart 1975).

Lippard ziet doordringende angst in de zeer autobiografische werken die reflecteren op de kijk van de kunstenaar op zichzelf als een klein meisje – ‘dat goed probeerde te zijn en absoluut walgde van de wereld’.

Een andere constante is ‘the hermetic portrait’, zo schrijft Lippard.

Juist, en wat mag dat dan wel betekenen? Je kunt ‘hermetic’ vertalen als ‘hermetisch’, wat drie verschillende betekenissen heeft. De eerste verwijst naar Hermes Trismegistus, een Egyptische, laatantieke god van magie en alchemie. Dit is verbonden aan ‘hermetische kunst’, wat dan niet zozeer iets met kunst te maken heeft, maar alles met alchemie.

De tweede betekenis verwijst naar hoe wij de term hermetisch het beste kennen, namelijk volkomen dicht, dus water-, lucht- of gasdicht. De derde betekenis vormt zich met ‘afgesloten’ en betekent dan volledig ontoegankelijk, bijvoorbeeld de brug over de maas was hermetisch afgesloten.

Even terug naar alchemie en kunst. Op de website van Geert Kimpen is dat iets meer uitgewerkt en zie ik interessante parallellen met Bourgeois en haar manier van werken. Hij schrijft dat alchemie de ‘Koninklijke Kunst’ genoemd wordt, omdat het al sinds oudsher beoefend wordt dóór of vóór koningen. Die geschiedenis gaat terug tot 27 eeuwen voor Christus, bij de legendarische keizer Huang-Di, en duurde op zijn minst tot bij koning Charles uit de zeventiende eeuw.

In China werd alchemie vooral geassocieerd met de zoektocht naar onsterfelijkheid, in India ging het vooral om het maken van medicijnen, en in het westen stond het bereiden van de Steen der Wijzen centraal, de ‘Philosopher’s Stone’ die metalen in goud veranderde. Alle alchemisten zochten naar een vorm van perfectie in de vervolmaking van hun ziel en in hun ‘grote werk’. Goud maken ging ook over het spirituele goud, onlosmakelijk verbonden met het fysieke goud.

Alchemie was een parallel proces van innerlijke en uiterlijke transformatie. Dat lijkt mij precies wat Bourgeois steeds aan het doen was.

Maar goed, hoe bedoelt Lippard het hermetische portret van Bourgeois?

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder