Afbeelding gevonden bij Magazine Art21.
Van de twee kunstenaars Nancy Spero en Miriam Cahn was werk te zien tijdens de tentoonstelling Feministische kunst internationaal in het Haags gemeentemuseum in 1978. In de catalogus worden beide kunstenaars genoemd als voorbeeld van het feministisch realisme (zie ook aflevering 148) en worden in diezelfde catalogus nader belicht.
Nancy Spero (1926-2009) verbeelde het onderwerp geweld, zo schrijft Rosa Lindenburg in de catalogus (p.91). Spero maakte bijvoorbeeld in 1966 een serie tekeningen tegen de atoombom en zijn vernietigingskracht. Daarna volgde een serie gouaches over de oorlog in Vietnam: ‘Codex Artaud’. Op dat moment, zo schrijft Lindenburg, is haar politieke engagement al gebaseerd op een feministisch bewustzijn.
In 1974 maakte zij een lange beeldstrip met verminkte vrouwenfiguurtjes, gevleugelde figuren, uitgeknipte en opgeplakt gouaches. Dit monumentale kunstwerk was een reactie op de martelingen die vrouwen in Chili moesten ondergaan, aldus Lindenburg. Spero noemt in het kunstwerk elke gemartelde vrouw bij naam en leeftijd, de datum van de arrestatie, en de marteltechniek.
Spero: ‘Tot nu toe werd de geschiedenis gepresenteerd door mannen, en dan werden er ook vrouwen mee bedoeld. Ik besloot om de geschiedenis van de mensheid door vrouwen te laten vertegenwoordigen. Niet alleen om de geschiedenis om te draaien, maar om te zien wat het betekent om de geschiedenis aan de hand van de afbeeldingen van vrouwen te tonen. Ik concentreer me op het martelen van vrouwen, omdat symbolisch gezien het seksuele misbruik van vrouwen tekenend is en omdat hun kwetsbaarheid historisch gezien dat ook is. Vrouwen zijn zogenaamd altijd beschermd, maar overal ter wereld zijn ze het slachtoffer. Dat is een institutie geworden. Martelingen zijn een institutie van de staat, die voornamelijk door mannen beheerst wordt.’ (1978, p.91)
Spero laat zich inspireren door kwesties buiten haar, politieke issues die vrouwen, en daardoor ook haar, raken en waarmee ze zich kan verbinden.
Miriam Cahn doet het tegenovergestelde. Zij laat zich juist inspireren door wat er bij haar van binnen speelt en maakt van daaruit de connectie met de maatschappij buiten haar.
Ik moet zeggen, al lezende sloeg bij mij toch weer de twijfel toe: is dit kunst of hebben we het hier over creatieve therapie? Of sluit het een het ander niet uit?