De vrouwen die kennismaakten met de vergadercultuur in de mannenwereld in de jaren 1960/70, vielen van hun stoel van verbazing: ‘veel rook, veel papieren en vooral veel gepraat om de eigen stem te horen’. (Liesbeth Brandt Corstius, feministische kunst internationaal, 1978, p.37-38).
Kunstenaar Keetje Lindner (1942) heeft dat toentertijd verbeeld in De vergadertafel, een tafel vol papieren, koffiekopjes en asbakken, allemaal getekend op kleine lapjes ongebleekt katoen. Om de tafel staan vier stoelen, drie gevuld met slap hangende lappen katoen met daarop de portretten van drie mannen getekend. Ze kijken naar de vierde stoel, die leeg is. Waarom die lege stoel?
Volgens Brandt Corstius geeft dat het verwarrende gevoel weer van vrouwen tijdens de mannenvergaderingen: dat ze lucht zijn als ze iets willen zeggen, dat ze zich afvragen wat die mannen eigenlijk zitten te doen, dat ze denken: wat moet ík hier eigenlijk. (1978, p.38)
Keetje Lindner tekent nog steeds, maar nu p r a c h t i g e tekeningen van landschap, te zien op haar website.
Kunstenaar Inez van Beusekom, die ik op internet niet meer terug kan vinden, kreeg een punthoofd van de mannenvergaderingen in het museum. In de catalogus feministische kunst internationaal, p.64 vertelt ze:
Het museum is voornamelijk een mannengebied. Er hangt weinig werk van vrouwelijke kunstenaars en de leiding bestaat meestal uit mannen die, bij het vaststellen wat echte kunst is, mannelijke criteria hanteren.
Als vrouwen ertoe komen zich met kunst bezig te houden, hebben ze per definitie al weinig kans om op een juiste manier beoordeeld te worden, want, ondertekend met de naam van een vrouw, wordt het werk dubbel kritisch bekeken, als het al bekeken wordt.
Maar ook zal het werk óf aangepast zijn aan mannennormen, óf het zal gemaakt zijn vanuit een vrouwelijke belevingswereld (die toch nog voornamelijk binnenskamers ligt). In beide gevallen zal er weinig kans zijn op (h)erkenning.
Dit nu – het museum gemonopoliseerd door mannen – begon mij mateloos te irriteren en dat was een van de redenen waarom de ‘museum-serie’ is ontstaan. Allerlei dingen die met mezelf en mijn werk hebben te maken laat ik in het museum plaatsvinden. Samen met mijn vriendin bevrijd ik het, ik hang er mijn schilderijen op, zet mezelf achter een commissie die over het werk beslist en laat zien hoe vrouwen, óók in de kunst als lustobject gebruikt worden; zelfs wanneer het hun relaties tot elkaar betreft.
Natuurlijk spelen er ook heel veel persoonlijke dingen, maar het persoonlijke is politiek.
De afbeelding bij deze aflevering is een werk uit de museumserie van Inez van Beusekom.