Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 195 De strijd van de bewuste kunstenares, vóór de vrouwenbeweging

Paula Modersohn-Becker, Autoportrait au sixième anniversaire de mariage, 1906, 101,8 x 70,2 cm (Paula-Modersohn-Becker-Stiftung, Brême).

Foto gevonden bij France Fine Art.

Het wetenschappelijk onderzoek naar seksualiteit werd pas echt interessant voor vrouwen met de rapporten van Kinsey (1965) en Masters en Johnson (1966). Deze studies zijn een soort startschot voor vrouwen om massaal het eigen lichaam, de eigen seksualiteit en de eigen seksuele mogelijkheden te gaan veroveren. Er ontstaan vrouwengezondheidscollectieven, vrouwenhuizen, vrouwenuitgeverijen … overal worden ervaringen gedeeld, besproken, opgeschreven en verder verspreid.

In 1976 verschijnt The Hite Report: A Nationwide Study on Female Sexuality, geschreven door Shere Hite (1942). Deze in Amerika geboren Duitse bouwt in haar boek voort op de studies van Kinsey, en Masters en Johnson. Ook maakt ze gebruik van theoretische, politieke en psychologische werken die verband houden met de feministische beweging van de jaren 1970.

Er is dan bijvoorbeeld al het boek van Kate Millet: Sexual Politics, inmiddels een klassieker in het feminisme. Het is een van de belangrijkste teksten van het radicaal feminisme en is gebaseerd op haar proefschrift. Millet is in september 2017 overleden, zie mijn blog (YouTube-filmpje) over haar en haar tijdgenoten.

En in 1973 is er het boek van Nancy Friday: My secret garden (Diepe gronden), ‘waarin vrouwen vrijelijk praten over hun seksuele fantasieën’ (Rosa Lindenburg, feministische kunst internationaal, 1978, p.47).

Op de website van Shere Hite staat:In 1976 gooide een jonge studente uit Missouri een bom in de slaapkamers van de wereld en blies onze vooroordelen over de seksualiteit van vrouwen uit elkaar. Het Hite-rapport over vrouwelijke seksualiteit daagde de seksuele status-quo uit en trotseerde de mannelijke dominantie. Het werd een wereldwijde uitgeverssensatie en maakte van de schrijver een haatfiguur bij sommige mannen.

Geen wonder dus dat kunstenaars (v) volop op die stroom van de seksuele ontdekkingstocht meevoeren en zelfs daaraan richting gaven.

Maaaarrrr, er waren heus wel voorlopers, ware het niet dat ze lange tijd genegeerd zijn! Zo noemt Rosa Lindenburg bijvoorbeeld de Duitse expressionist Paula Modersohn-Becker (1876-1907), die al in 1906 ongewone naaktportretten maakte, ook van zichzelf. Wat zij maakt is ‘in tegenstelling tot de voorstellingswijze van haar mannelijke collega’s hoogst persoonlijk’ (1978, p.47).

Of neem de Amerikaanse Alice Neel (1900-1984), die in de jaren 1930 en tijdens het abstract expressionisme in de jaren 1950, ‘dwars tegen de heersende opvattingen in zeer individuele naaktportretten van mannen en vrouwen’ schilderde. Volgens Lindenburg symboliseert zij ‘samen met de Amerikaanse Française Louise Bourgeois […] de strijd van de bewuste kunstenares, vóór de vrouwenbeweging haar tot steun kon zijn’ (1978, p.47, zie alles over Bourgeois in de afleveringen 115-138).

Als voorbeeld noemt Lindenburg Bourgeois’ Femme-couteau-serie, met name de marmeren (1969/70) die volgens Lindenburg een vrouwelijk lichaam toont ‘gehuld in een vlezige, vaginale vorm, die zich met scherpe punten naar de buitenwereld richt’ (1978, p.47).

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder