De doelstelling van de kunstenaressen van de Fight Censorship Group (zie aflevering 196) is om seksualiteit openlijk in hun kunstwerken te verwerken en om ‘de man bloot te leggen’, zo schrijft Rosa Lindenburg (feministische kunst internationaal, 1978, p.47).
Kunstenaar Joan Semmel, een van de leden van de Fight Censorship Group, is schilder, zoals ze zelf zegt in de video bij deze aflevering. Semmel is met haar schilderijen met naakten ‘een nieuwe weg ingeslagen in de erotische kunst’, schrijft Rosa Lindenburg (1978, p.89). De video laat dat zien met een aantal van haar schilderijen (voertaal Engels, geen ondertiteling).
‘Mijn terugkeer naar de menselijke figuur, in 1970, vanuit het abstract-expressionisme, kwam voort uit een innerlijke drang om meer vanuit een persoonlijke betrokkenheid te werken’, aldus Semmel.
‘Daarbij speelde een groeiend feministisch bewustzijn zeker ook een rol. Ik zocht naar een vorm waarin ik persoonlijke en maatschappelijke zaken kon uitdrukken en besloot om de overtuiging, dat de vrouw haar lot in eigen handen moet nemen, letterlijk op te vatten, om allereerst van mezelf uit te gaan.’ (feministische kunst internationaal, 1978, p.89)
Semmel schildert sinds 1972 vrijende paren in abstracte patronen en surrealistische kleuren. Waarom? Toen ze na een verblijf van zeven jaar in Spanje terugkwam in Amerika, zag ze in haar thuisland pornografische tijdschriften die haar choqueerden. Haar schilderijen zijn een reactie op deze tijdschriften. (1978, p.89)
Na enige tijd gaat ze ook haar eigen lichaam fotograferen, vanuit een liggende houding. Van deze foto’s maakt ze schilderijen. Als toeschouwer zie je dan een schilderij vanuit haar perspectief. Je ziet geen hoofd op het schilderij, maar hoe de kunstenaar haar lichaam door de lens van het fototoestel heeft gezien. (1978, p.89)
In de loop van de tijd verdwijnt de hartstochtelijke activiteit en is er rust en liefkozing in het schilderij te zien, het beeld wordt steeds intiemer en lyrischer, met ruim plaats voor een klein deel van het lichaam. (1978, p.89)
Een belangrijk werk is haar drieluik Mythology and me, een persoonlijk-politiek commentaar op het onpersoonlijke schildersmodel dat sinds jaar en dag door mannen in de kunstwereld gebruikt wordt. Het nieuwe beeld van haar eigen naaktheid plaats ze in dit drieluik tussen de femme fatale van Willem de Kooning en de onpersoonlijke pin-up girls van Popart (1978, p.48, p.89)
Het is een treffend beeld, dat drieluik. Links (voor de kijker) de rauwe hardheid en respectloosheid van het Popart-beeld, de vrouw als object van de man ten voeten uit. Rechts de volledig uit het verband gerukte beeld van de vrouw in het werk van De Kooning. En daartussen het zachte, respectvolle, menselijke beeld van het vrouwenlichaam van Semmel.
Ik weet wel waar ik de voorkeur aan geef. Bij de naakten door de mannen voel ik me ongemakkelijk, in een hoek gedrukt, in een hokje gedouwd, denk ik: bestáán er zulke vrouwen? En bij de naakte van Semmel voel ik me persoonlijk aangesproken, herken ik het beeld en de zachtheid ervan.