Foto gevonden bij Art Rabbit.
Martha Edelheit (zie ook aflevering 199) had haar tweede soloshow in 1961 in de Judson Gallery, net zo’n broedplaats van experimentele kunst als de Reuben Gallery (zie aflevering 199). Edelheit bevond zich kortom in het hart van de vernieuwingen in de kunst en liet zich dan ook niet afremmen in haar werk: ze maakte wat zij wilde.
Deze feministische kunstenaar maakte in haar werk gebruik van onderwerpen als het vrouwelijk verlangen, het lichaam en de huid. Geïnspireerd door de memoires van Claude Levi-Strauss, raakt de huid op haar schilderijen steeds meer gevuld met ‘tatoeages’. Hij had geschreven dat de tatoeage de eerste kunst was, vóór de grotkunst, en dat het menselijk lichaam het eerste doek was. (bron: Eric Firestone Gallery)
Blijkbaar vond ze dat wel mooi, want steeds meer vult ze het vlees van haar geschilderde personen met allerlei voorstellingen: circusartiesten, dieren, openhartige seksualiteit, verwrongen lichamen en lichaamsdelen, naakten, gekostumeerde figuren enzovoort.
Verrassend is dat Allan Kaprow in het voorjaar van 1966 getriggerd wordt door een expositie van Edelheit’s werk in de Byron Gallery in New York. Het zet hem aan tot het schrijven van een artikel voor Village Voice, een gratis wekelijkse tabloidkrant in New York City (oplage ong. 180.000).
En wat heeft deze man te melden over het werk van deze vrouw?
Daar moest ik even naar op zoek en vond het artikel zelf niet. Wel wordt het besproken in Radical Eroticism: Women, Art, and Sex in the 1960s, een boek van Rachel Middleman (2018). Ik dacht dat ik het boek had, maar helaas, niet dus. Gelukkig bood books.google.nl uitkomst, daar is een deel van de tekst beschikbaar, in het Engels natuurlijk.
Gezien de gebruikelijk kritieken van mannen op de kunstwerken van vrouwen, voorzag ik niet veel goeds. Waar was Kaprow nou zo door bevangen dat hij over Edelheit’s werk wilde schrijven?
Dat schuif ik toch nog even door naar de volgende aflevering, anders wordt dit een wel erg lang verhaal.