Wat Rosa Lindenburg ook onder punt 2. woede over de lichamelijke geconditioneerdheid van de vrouw (zie aflevering 202) bespreekt is verkrachting. Ze noemt allereerst de schrijfsters Susan Brownmiller en Jeanne Doomen (feministische kunst internationaal, 1978, p.49).
Brownmiller is het meest bekend van haar boek Against Our Will: Men, Women and Rape (1975). Meer dan vijftien jaar later kwam de Nederlandse vertaling uit: Tegen Haar Wil. Mannen, Vrouwen en Verkrachting. Brownmiller pakt het onderwerp groot aan met een historische analyse van verkrachting aan de hand van statistieken, vele verhalen van mensen die met verkrachting te maken hadden, de psychologische wetenschap, oorlog, revolutie, boeken, films, popmuziek en analyseert dader, slachtoffer, politie en rechtssysteem.
Haar belangrijkste conclusie is dat ‘verkrachting een gevolg is van gefrustreerde machtsgevoelens bij de man’, zo vat Lindenburg het kort en bondig samen (1978, p.49).
Tot die conclusie komt ook Jeanne Doomen in haar boek Verkrachting, uitgegeven in 1976, met zeer openhartige en soms schokkende verhalen van vrouwen die verkracht of aangerand zijn. Doomen bespreekt in haar boek het feit dat de vrouw vaak de schuld krijgt en zichzelf meestal schuldig voelt. Daarnaast behandelt ze de gevoelens van angst en vernedering bij vrouwen na het machtsmisbruik, de verwerking ervan en de (niet gekregen) hulp, en het gedrag van politie en justitie.
Het onderwerp verkrachting komt natuurlijk ook bij beeldend kunstenaars aan bod. Lindenburg geeft als voorbeelden een werk van Susan Lacy, Eunice Golden, Ana Mendieta en Joan Snyder, wiens naam ook al even gevallen is in aflevering 138.
Het werk van Lacy dat Lindenburg noemt is Rape (1972, zie ook de afbeelding bij deze aflevering). Ik vind het een eenvoudig en sterk werk: eerst een foto van een stuk papier, gevouwen tot enveloppe en verzegeld met een ronde (naar het schijnt rode) sticker waarop RAPE staat; vervolgens een foto van het verscheurde zegel, waarmee verkrachting wordt gesymboliseerd; en daarna een foto van de geopende ‘enveloppe’ met de tekst: RAPE IS (verkrachting is) | when you attempt to prosecute the rapist, and find yourself on trial instead (wanneer je de verkrachter probeert te vervolgen, maar in plaats daarvan zelf wordt aangeklaagd). (feministische kunst internationaal, 1978, p.49)
Helaas kan ik het werk niet op internet vinden en ook niet op de zeer goede site van Susan Lacy zelf: www.suzannelacy.com. Dat geldt ook voor het door Lindenburg beschreven werk van Eunice Golden. Ze noemt geen titel van het werk maar schrijft dat Golden ‘het gezicht van de verkrachter als een dreigende penis op het slachtoffer [laat] afkomen’ (1978, p.49). Als je toch enigszins een idee wilt krijgen, kijk dan hier op de prima site van Golden.
‘Het verstilde lichaam onder een bebloed laken van Ana Mendieta geeft de tragische afloop weer’, vervolgt Lindenburg (1978, p.49) en dat is dan ook het eerste en het laatste wat in de catalogus over Mendieta geschreven wordt.
Nu heb ik van en over Ana Mendieta een paar hele dikke boeken, dus ik ga iets meer aandacht aan haar besteden.