Foto van Rotterdamse Kunstenaars.
Met welke onderwerpen houden feministische kunstenaars zich bezig? Rosa Lindenburg maakte een overzicht (feministische kunst internationaal, 1978, p.48):
- agressie tegen het stereotype vrouwbeeld als seksobject
- woede over de lichamelijke geconditioneerdheid van de vrouw
- taboes over vrouwelijk lichaam en seksualiteit doorbreken
- bevrijding en herwaardering eigen lichaam, seksualiteit en erotiek
- openlijke interesse van vrouwen voor mannelijke lichamelijkheid en seksualiteit
- lesbische erotiek
- androgynie
- vrouwelijke beeldtaal (female imagery).
Punt 1 en 2 zijn besproken in de afleveringen 202-203.
Het doorbreken van taboes over het vrouwelijk lichaam en de vrouwelijke seksualiteit gaat niet zonder zelfonderzoek van het eigen lichaam. Zo heeft de kunstenaar Maria Carlier (1943, geboren te Utrecht) een paarse Speculum pop gemaakt met bijbehorende losse vagina. Tijdens de tentoonstelling van die pop was er ook een vrouwelijke arts van de NVSH die uitlegde hoe je jezelf met een spiegel kunt onderzoeken. (feministische kunst internationaal, 1978, p.49.)
Kunstenaar Marianne Wex (1937) maakte niet alleen foto’s van mannen en vrouwen die zitten, staan en lopen (zie aflevering 148 en de afbeelding daar, plus aflevering 187), ze maakte ook het boek Klitorisbilder, met foto’s van clitorissen in allerlei vormen en maten (1978, p.49).
Vrouwen worden zich steeds meer bewust van het eigen lichaam en ontdekken het eigen plezier in seksualiteit. Vrouwen zetten zich af tegen de culturele en maatschappelijke opgedrongen beelden van de perfecte vrouw en blijven bij voorkeur voorlopig weg uit de handen van de arts (en dan vooral de gynaecoloog).
Een enorm taboe is de menstruatie. Judy Chicago is daar eens goed voor gaan zitten en maakt de Tampaxlithografie (1971), een fotolitho van de kunstenaar die een bebloede tampon verwijderd. Ze maakt ook de menstruatiebadkamer in Womanhouse (1972; de links gaan naar de foto van het werk op Chicago’s website, zie ook aflevering 111).
Marjoke Kuypers, zo schrijft Rosa Lindenburg, schildert in 1976 zeer natuurgetrouw een bebloed maandverband en Mary Beth Edelson (zie ook aflevering 152) gaat nog een stap verder in de tentoonstelling Blood Mystery and me, waarin ze het menstruatiebloed positief wil waarderen. Bezoeksters konden hun ervaringen uitwisselen over het verband tussen seksualiteit en bloed, over menstruatie, geboorte en menopauze. Eigenlijk was het een soort ‘omdenken’ avant la lettre: door de gedachte aan positieve mogelijkheden van de eigen sekse kan de vrouw het menstruatiebloed ook gaan waarderen. (1978, p.49-50)
Voor Edelson is het, net als bij Ana Mendieta, een route naar het verre verleden, naar matriarchale culturen. Edelson voelt zich aangesproken door het vruchtbaarheidsprincipe als onderdeel van de verering van de moeder(aarde)godin.
Wat Lindenburg opvalt is dat abortus en geboorte nauwelijks voorkomen in de thematiek van de feministische kunst. Ze vraagt zich af of dit misschien nog een taboe is voor feministische kunstenaars. ‘…de consequentie van het biologische vermogen van de vrouw is tevens de oorzaak van haar gevangenschap’, schrijft Lindenburg, en: ‘… de vrucht in de moederschoot neemt na de bevalling bezit van de moeder’ (1978, p.50).
Maar Mary Kelly (zie ook aflevering 145) is daar juist diep ingedoken. Ze maakte Post-Partum Document, een zes jaar durende verkenning van de moeder-kindrelatie, verdeeld over zes series, inclusief vlekkerige luiers van haar kind. Haar werk heeft, bezield door feminisme en psychoanalyse, een diepgaande invloed gehad op de ontwikkeling en kritiek van conceptuele kunst. Voor afbeeldingen en info, zie haar site.