Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 226 De ‘centrale holte’…

Boekomslag gevonden op de shopsite van Judy Chicago.

In Through the Flower, de biografie van Judy Chicago, komt aan bod hoe haar bewustzijn over haar eigen lichaam en seksualiteit haar beeldvorming beïnvloedde. Rosa Lindenburg citeert uit die biografie in feministische kunst internationaal, 1978, p.51-52. In eerste instantie nam ik dat integraal over, maar bij nadere lezing dacht ik: huh, wat staat daar eigenlijk?!

De eerste zin in dat citaat is nog redelijk begrijpelijk: Ik voelde de duisternis in mijn buik als iets verkeerds […] door mijn ervaringen in de door mannen overheerste wereld. Die duisternis in haar buik moet dan haar niet-bewustzijn van haar eigen lichaam en seksualiteit geweest zijn. Ofwel het in die tijd ‘gebruikelijke’ gevoel bij vrouwen dat zij er op geen enkel gebied toe doen en dat haar seksualiteit er alleen is ter lering ende vermaak van de man, en dat bovendien zoiets als menstruatie iets vies en duisters is, iets om je voor te schamen.

De tweede zin is al een stuk vager: Ik ontsloot de vormen en liet ze mijn lichamelijke ervaringen vertegenwoordigen. Gaat dat over de tijd dat ze haar eigen seksuele behoeften voelt, ziet en erkent en ervoor zorgt dat ze die behoeften vervult? Ze sprak daarover in het interview met Lucy R. Lippard (Artforum, 13, no.1, september 1974) en dat lijkt inderdaad het geval. Haar nieuwe (seksuele) inzichten leiden tot het maken van ronde vormen met een centraal midden, haar koepels ofwel domes (zie ook aflevering 108).

De derde zin is duidelijk vanuit het achteraf-perspectief: […] Ik koos de vorm kut om uit te drukken hoe het is om gebouwd te zijn rondom een middelpunt, een kern, mijn vagina, datgene dat me tot vrouw maakt. Deze uitspraak duidt op een uitgekristalliseerde visie, terugkijkend op haar werk waarin dat centrale midden de hoofdrol speelt. Bovendien was ze daar dusdanig door in beslag genomen, dat ze overal dat centrale midden zag in het werk van kunstenaars (v) (zie aflevering 133) en dat duidde als hét kenmerk van feministische kunst/de vrouwelijke beeldtaal (zie aflevering 225, maar ook de afleveringen 96-157).

De rest van het citaat neem ik ter kennisgeving aan, want echt, ik kan er niets mee, of beter gezegd: ik kan niet de vertaalslag naar haar kunstwerken maken: Ik was geïnteresseerd in het gevoel van opgelost te worden zoals dat tijdens het orgasme gebeurt – als zinnebeeld voor een ruimere levenservaring. Ik voelde dat mijn situatie als vrouw dubbelzinnig was en dat die dubbelzinnigheid uitgedrukt kon worden in de visuele verbeelding van de orgastische toestand […] wanneer ik mezelf helemaal had blootgegeven en daarom bemind werd. Ik probeerde mijn vrouwelijkheid en mijn eigen macht te bevestigen en zo tegelijkertijd de mannelijke superioriteit uit te dagen.

Chicago verzet zich wel tegen de opvatting dat er hier sprake is van ‘vaginale kunst’, aldus Lindenberg. Er is volgens Chicago wel een ‘centrale holte’ als kwalificatie van de vrouw, maar vrouwen nemen dat kenmerk van anders zijn ten opzichte van mannen juist zelfbewust op en vereenzelvigen zich niet meer met de verachting vanuit mannen als het gaat om de vagina, het kenmerk van vrouwelijkheid. (1978, p.52)

Ik moet zeggen, ik word hier nogal sceptisch van. Misschien was het in die tijd voor kunstenaars, en dan met name voor Judy Chicago, belangrijk. Al kwamen er ook toen al tegengeluiden, bijvoorbeeld van niemand minder dan Linda Nochlin, de vrouw van het beroemde artikel Why Have There Been No Great Women Artists?, geschreven in 1971.

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder