Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 237 Direct verband, geen verborgen symboliek

Buffie Johnson, Labrys, 1972, 68 x 96 inch.

Foto van site kunstenaar.

De betekenis van de iris in Hugo van der Goes’ Portinari-Altaarstuk (zie aflevering 236) is niet iets dat vanzelf spreekt zodra je die vaas met bloemen ziet. Je moet weten waarover het gaat, of, zoals Linda Nochlin het noemt, het vereist een gedeelde betekeniscontext. In dit geval is die gedeelde betekeniscontext de iconografie van de geboorte van Christus. Als toeschouwer heb je dus kennis nodig die voorafgaat aan het bekijken van het werk om de symboliek te achterhalen van de geschilderde objecten. Het is niet iets dat je treft zodra je die objecten – bijvoorbeeld de irissen in de vaas – ziet. (Some Women Realists, 1974, in: Women, Art, and Power and Other Essays, 1988, p.92).

Hoe anders is dat in de werken van Georgia O’Keeffe en haar navolgers (zie aflevering 236). Als toeschouwer zie je vrijwel direct het verband tussen de iris (en andere plantvormen) en vrouwelijke genitalia. Hier staat niet het een voor het ander, de iris voor vrouwelijke genitalia, het is eerder zo dat de twee betekenissen bijna onderling inwisselbaar zijn. De overeenkomst is niet gebaseerd op een gedeelde abstracte kwaliteit, zoals in Van der Goes’ werk wel het geval is (zie aflevering 236), er is meer sprake van een morfologische (vorm) overeenkomst tussen de fysieke structuur van de bloem (of de andere plantvormen) en die van de vrouwelijke voortplantingsorganen. Je ziet meteen de concrete gelijkenis, zonder dat je kennis hoeft te hebben van een abstracte relatie die bepaald wordt door de context. (1988, p.92-93)

Op dezelfde manier, zo schrijft Nochlin, doet de granaatappel van Buffie Johnson denken aan de vrouw als vruchtbaar wezen. Hoezo dat?

Voordat ik die vraag beantwoord, eerst even een ‘dingetje’ over die granaatappel. Johnson heeft meerdere granaatappels geschilderd, waaronder de afbeelding bij deze aflevering. Nu noemde Nochlin als kunstwerk Pomegranate, geschilderd door Johnson in 1972 (zie aflevering 236), maar die kan ik (na herhaald en grondig zoeken) niet vinden en inmiddels vraag ik me af of er wel een schilderij bestaat getiteld Pomegranate, of dat Nochlin dat zelf maar zo genoemd heeft. Hoe dan ook, ik neem aan dat de afbeelding bij deze aflevering, die trouwens óók uit 1972 komt, een vergelijkbaar beeld geeft als Nochlin voor ogen had bij het schrijven van haar artikel over dit onderwerp.

Goed, hoezo doet deze granaatappel denken aan de vrouw als vruchtbaar wezen?

Volgens Nochlin is de granaatappel morfologisch (qua vorm) vergelijkbaar met de uterus. De zaden die opwellen uit het binnenste van de granaatappel, staan symbool voor de pracht van de vrouwelijke vruchtbaarheid. Het feit dat de vrucht openbarst door haar eigen rijpheid, staat symbool voor het uitgebreide reproductieve vermogen. Terwijl ondertussen de granaatappel nooit iets anders geweest is dan een zorgvuldig geobserveerd en weergegeven close-up van … een granaatappel. (1988, p.93)

Speelt de mythe van Proserpina, ofwel Persephone hier een rol?

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder