Foto gevonden bij Art and Antiques.
Terwijl Sylvia Mangold was omgeven door schilderijen waarvan de (veelal primaire) kleuren afspatten, schilderde zij Floor II, de houten vloer met kledingstukken in zachte tinten (zie aflevering 241, mét de afbeelding).
Wat was – en is – de betekenis van zo’n keuze (niet zo’n onderwerp), of zo’n procedure, vraagt Linda Nochlin zich af (Some Women Realists, 1974, in: Women, Art, and Power and Other Essays, 1988, p.95). Het schilderij zelf ziet er eenvoudig uit, maar de redenen waarom het er zo uitziet of waarom Mangold het überhaupt geschilderd heeft zijn waarschijnlijk minder simpel.
Het is in ieder geval verbonden met, en vormt tegelijkertijd een ondermijning van, de abstracte kunst uit die tijd, de sixties. Verder gaf deze abstracte kunst Mangold de ruimte om zoiets neutraals als een zich uitstrekkende vloer als plausibel motief te overwegen, schrijft Nochlin. Maar als Floor II inderdaad absoluut losstaat van conventionele betekenis of ‘inhoud’, zoals een abstract motief, dan is het meteen ook een representatie van een onherroepelijk concreet gegeven in de buitenwereld: het is een toe-eigening, niet een vinding. (1988, p.95.)
Floor II demonstreert levendig de uitdaging van abstractie, aldus Nochlin. Hoe dan volgens haar? Door de vereenzelviging van het terugwijken van de vloer met het oppervlak van het canvas, schrijft ze. Gelukkig verduidelijkt ze dat wat met de volgende vragen: Kijken we door een beeldvlak of kijken we ernaar? En waarvandaan? (1988, p.95.)
Nochlin vindt Mangold’s manier van benaderen zo gepassioneerd losgeslagen dat, gezien als een state of mind, het heel goed beschouwd kan worden als obsessie. Is er misschien een verband met bepaalde Surrealisten en hun obsessiviteit, zoals Max Ernst met zijn gefrotte houtnerven of Margritte met die droge letterlijkheid in de textuur, vooral kenmerkend voor zijn houtoppervlakten? Nee, toch niet, hun hysterie of dubbelzinnigheid is geen simpel direct statement van hoe het is als je lange tijd je ogen richt op de vloer van de woonkamer. (1988, p.96.)
Is het dan misschien erg sixties, dat gevoel van een intens persoonlijk gezichtspunt dat tegelijkertijd heel cool (onverstoorbaar) en vrijblijvend is? Als Floor II anti-poëtisch en anti-evocatief (anti gevoel oproepend, zie aflevering 235) is, … er was de opzettelijke anti-poëtische poëzie, en de innovatieve kracht van de Franse nouveau roman, dat via proza probeerde het eigen belang uit te wissen. Dit bereikte zijn hoogtepunt in de sixties en Vija Celmins, die buitengewone realistische beelden maakt: gedempt maar haarscherp, speelt hierop in met haar Eraser (zie afbeelding bij deze aflevering). (1988, p.96.)