Links: Paula Modersohn-Becker, Self Portrait, 1906 (foto van Art History). Rechts: Jane Kogan, Self Portrait, oil on canvas, 84″ x 34″, 1969-vroege jaren 1970 (foto van Provincetown Artist Registry).
Duitse expressionist Paula Modersohn-Becker (1876-1907, zie ook afleveringen 248, 195) gaf volgens Linda Nochlin de toon aan op het gebied van het naakte zelfportret met haar delicate en tegelijkertijd krachtige Self Portraituit 1906 (zie afbeelding links bij deze aflevering): ‘waarin ze twijfel zaait over de paradijselijke heerlijkheden van Paul Gauguin’s exotische Eva’s of Liliths door de broeierige Teutoonse (Germaanse) ernst van het met bloemen versierde hoofd, en het vermoeide hangen van de zware schouders’ (Some Women Realists, 1974, in: Women, Art, and Power and Other Essays, 1988, p.104).
Als meer recent voorbeeld noemt Nochlin Jane Kogan (1939), die voor zichzelf poseerde in net zo’n paradijselijke setting als Modersohn-Becker, maar dan wel een stuk provocerender. Nochlin noemt Interiorized Self-Portrait, wat ik helaas niet kan vinden. (1988, p.104) Er is sowieso erg weinig over Kogan te vinden, maar gelukkig wel de afbeelding (rechts) bij deze aflevering.
Dat schilderij van Kogan, getiteld Fantasy Self Portrait, maakt wel meteen het verschil met het zelfportret van Modersohn-Becker behoorlijk duidelijk. In de afbeelding zie je de kunstenaar in de prestigieuze rol van arts, zo valt op de sitepagina met Kogan te lezen, en dat in een tijd waarin vrouwen maar zelden geaccepteerd werden voor een studie Medicijnen. Het ruiterjasje moet laten zien dat ze een actieve vrouw is, maar ze draagt ook een rijk gedecoreerde prostituee-achtige jarretelgordel. De cervicale dilatator, een bruut uitziend stuk gereedschap van de gynaecoloog (voor het openen van de baarmoederhals), in haar hand, wordt iets verzacht door de grote bloemen. De zelfgenoegzame, boosaardige kat werpt, net als de toeschouwer of de kunstenaar, een geamuseerd oog op de gebeurtenissen.
Nog een stap verder in de verfijning van het naakte, vrouwelijke zelfportret thema, zo schrijft Nochlin, is het dubbelportret waarin de vrouwelijke deelnemer van het paar, in plaats van de mannelijke (denk aan Rembrandt en Saskia voor het traditionelere prototype), de kunstenaar is en de man is gereduceerd – of verheven, afhankelijk van hoe je ernaar kijkt – tot de rol van gezel-model. (1988, p.104-105)
Sylvia Sleigh (1916-2010; zie ook aflevering 218) maakte deze sekse-rolomkering volkomen helder in haar schilderij Philip Golub Reclining (1971), waarin ze zichzelf representeert als de geklede, actieve kunstenaar, bezig met het schilderen van het naakte, passieve, mannelijke model voor haar. Iets vergelijkbaars qua rolomkering, al is het in een iets andere stemming, is Double Portrait I (1972-1973) van Marcia Marcus (1928). (1988, p.105) Dat schilderij heb ik niet kunnen vinden en ook over haar kan ik niet veel vinden, maar wel dit filmpje en dit filmpje op YouTube, wat dan toch wel weer een beetje een beeld geeft over de kunstenaar en hoe zij werkte.