Links: Sylvia Sleigh, At The Turkish Bath, 1976 Oil on Canvas 76” x 100”. Collection of The David and Alfred Smart Museum of Art, University of Chicago (foto van haar site). Rechts: Ingres, Turkish Bath, 1859 (foto van Louvre).
De relatie die Sylvia Sleigh met de kunsthistorie legt (zie aflevering 250) is tweeledig, aldus Linda Nochlin (Some Women Realists, 1974, in: Women, Art, and Power and Other Essays, 1988, p.106).
Enerzijds zijn haar mannelijke naakten een bevestiging in de voortzetting van het gebied en de ambitie die hoort bij de grote traditie, anderzijds is het een geestige en ironische reminder van de waarden die zijn genegeerd, of in het geval van Sleigh, opzettelijk op zijn kop zijn gezet. (1988, p. 106)
Haar herinterpretatie van de traditionele groepsportretten met vrouwen, zoals de mannengroep in The Turkish Bath (linker afbeelding bij deze aflevering), geeft haar meteen ook de gelegenheid haar ontvankelijkheid voor de algemene bekoring van de mannelijke sensualiteit, en tegelijkertijd de bij elke man weer andere fysieke of psychologische aantrekkelijkheid, vorm te geven in een ultieme beeldweergave. (1988, p. 106)
In dit grote schilderij, dat vrijelijk is gebaseerd op prototypes van Delacroix en Ingres, wordt de geweldige roze en blonde teerheid van Lawrence Alloway’s achteroverleunende gedaante uitgespeeld tegen zijn doordringende blauwe intelligente oogopslag, en zijn horizontale afbeelding tegen de donkerkleurige, tengere, romantisch gekromde verticaliteit van de nabijgelegen figuur van Paul Rosano, aldus Nochlin (1988, p. 106).
Op dezelfde manier is het torso met een rijk harenpatroon van de dromerig relaxte John Perreault aangenaam gecombineerd met de wat stijvere, meer frontale onbehaarde Scott Burton die naast hem knielt, zo schrijft Nochlin, en, vervolgt ze, de genoegens van deze contrasten zelf ontstaan door de rijkheid en heldere kleuren van de decoratieve patronen tegen of waarop de figuren zijn neergezet. (1988, p. 106)
De ironie van het werk van Sleigh onthult natuurlijk de realiteit van de seksuele situatie. Als je de door Sleigh geschilderde harem in The Turkish Bath vergelijkt met die van Ingres in Turkish Bath (rechter afbeelding bij deze aflevering), wordt duidelijk dat zij in feite haar voor mannelijke zitters meer waardigheid heeft weten te bedingen. Hoe dan? Zij heeft de mannen een duidelijk geportretteerd hoofd gegeven en karakteristieke lichamen, zodat zij goed te onderscheiden verschillende menselijke wezens zijn. Ingres daarentegen maakt een soort ‘eenheidsworst’ van zijn vrouwen: een verzameling borsten en billen, en lege blikken waaruit noch intelligentie noch energie spreekt. (1988, p. 106-107)
Wat is de strategie achter deze depersonalisatie van de vrouwen?