Foto gevonden bij Moda Fabrics.
Een mooi voorbeeld van een eigen vrouwencultuur (zie ook aflevering 257) is quilting, het maken van lappendekens door Amerikaanse vrouwen, zo schrijft Rosa Lindenburg (feministische kunst internationaal, 1978, p.41).
Het totale patroon en de afzonderlijke vorm worden gecreëerd door herhaling en continuïteit van de basissteek. Patricia Mainardi (1942), inmiddels een toonaangevende autoriteit op het gebied van de negentiende-eeuwse kunst en Europees en Amerikaans modernisme, maar vooral ook een baanbrekende professor in de vrouwenstudies, weet te vertellen dat de vrouwen met hun werk een soort visuele taal ontwikkelden die alleen door vrouwen verstaan werd (1978, p.41)
Lang voordat er vrouwenkiesrecht bestond wisten vrouwen hun politieke en religieuze overtuigingen uit te drukken in hun quilt-ontwerpen. Het verhaal gaat, aldus Lindenburg, dat menig echtgenoot die pro-Engels was in de vrijheidsoorlog, onwetend sliep onder de met rozen versierde deken van zijn vrouw. De roos was het symbool van de vrijheidsstrijd. Een roos met een zwart hart symboliseerde tijdens de burgeroorlog haar heimelijke sympathie met de vrijheidsstrijd van de slaven (1978, p.41-42).
Harmony Hammond gebruikt de erfenis van deze ‘geheimtaal’ om de achtergronden van een abstracte feministische kunst mee aan te geven. Zij is ervan overtuigd dat er een vrouwelijke beeldtaal bestaat, zo valt te lezen in de catalogus bij de extra info over de kunstenaars (Marlite Halbertsma, feministische kunst internationaal, 1978, p.72-73). Behalve dat Hammond kijkt naar traditionele creativiteit bij vrouwen, maakt ze gebruik van abstracte kunst. Volgens Hammond is de abstracte kunst het meest geschikt om intense emoties zuiver tot uiting te brengen, omdat er geen scheiding is tussen vorm en inhoud. (1978, p.72)
Hammond werkt veel met stof, schrijft Halbersma. Ze verbindt restjes en beetjes in een proces van wikkelen en winden, om zo te verwijzen naar bezigheden van vrouwen vroeger, naar een typische vrouwencultuur met bezigheden vol herhalingen en een abstract-geometrische vormentaal. (1978, p.72)
Maar er is meer: een feministisch antwoord op de traditionele vrouwelijke creativiteit met haar decoratieve motieven, de Amerikaanse beweging van de Pattern Painting. (1978, p.42).