Foto van site kunstenaar.
‘Er zijn immens complexe vormen van abstractie ontwikkeld over de hele wereld’, vertelt Joyce Kozloff (zie aflevering 259) (feministische kunst internationaal, 1978, p.78). ‘Ik heb echter geleerd dat abstractie een vorm van reductie is, en dat met het vorderen van de twintigste eeuw er successievelijk elementen uit vroegere kunst zijn verdwenen.’
‘Later bedacht ik’, zo vervolgt Kozloff, ‘dat het enige juiste dat ik kon gaan doen was, de andere richting uitgaan, de richting van de complexiteit. Ik wilde elementen tegenover elkaar stellen die afgeleid zijn van tapijten, tegels, gebrandschilderd glas, houtsnijwerk en zijden stoffen. Al deze elementen wilde ik samenvoegen in mijn schilderijen, want per slot van rekening was ik schilder, en een traditioneel schilder, iets waar ik altijd trots op ben geweest …’
‘Ik wilde breken met de hiërarchie tussen de decoratieve kunsten en de ‘grote’ kunsten’, zo vertelt ze verder. ‘Ik wilde al deze kunstvormen op gelijkwaardig niveau accepteren en ik wilde mijn opleiding met zijn westerse, mannelijke en christelijke vooroordelen tenietdoen. De benamingen kunstnijverheid, decoratieve kunst en primitieve kunst reflecteren onze vooringenomenheid en onze onwetendheid.’
‘Voor feministen is het tegenwoordig moeilijk objectief om te gaan met de geschiedenis van de westerse schilderkunst: het patriarchaat van de kerk en de staat heeft een stempel gedrukt op alle overgeleverde beelden, beelden die we hebben leren waarderen, eren en koesteren. Veel hedendaagse kunst van vrouwen heeft te maken met woede en pijn (alsof we elkaar alleen maar vinden in de pijn)’, zo observeert Kozloff in de jaren 1970, ‘maar de decoratieve kunsten die door de eeuwen heen door vrouwen werden beoefend hadden met alle aspecten van het leven te maken, en waren onlosmakelijk verbonden met de cultuur.’
‘Ik wil’, zo sluit Kosloff af, ‘de verschillende kunstdisciplines met elkaar verbinden en zo helpen bij het opbouwen van een kunst en cultuur waarin vrouwen een centrale rol spelen. Afgelopen jaar hield ik op met het maken van schilderijen, tenminste voor een tijdje. Het abstracte en metaforische bevredigde me niet langer. Nu wil ik mijn architecturale fantasieën concreet maken. Ik ben bezig met een ruimte waar overal patronen zullen zijn, op de vloer, de muren en het plafond, en deze patronen zullen gemaakt worden met behulp van tegels, stof, glas en ander materiaal.’ (Bron: feministische kunst internationaal, 1978, p.78.)
YouTube filmpjes met Kozloff: Women pioneers (Kozloff vertelt over haar jonge jaren als pionier in de feministische kunst, duur 17:11, zij is in beeld, verder wordt geen werk van haar getoond; Hampshire College (Kozloff geeft een college over haar werk met beeld van haar werk, duur: 1:20:27).