Foto gevonden bij Artcritical.
Miriam Schapiro, de mede-uitvinder van femmage (zie afleveringen 145, 268, 270-271), maakt met lapjes stof grote abstracte waaiervormen of schikt ze in kleurige patronen tot het symbool van vrouwelijke dienstbaarheid: het schort, aldus Rosa Lindenburg (feministische kunst internationaal, 1978, p.45).
Schapiro ontwerpt daarnaast in die vroege jaren 1970 oosters geïnspireerde gewaden voor de nieuwe, bewust vrouw. Verder vervaardigt ze een serie getiteld Collaboration, waarbij ze de femmage-techniek gebruikt om de anonieme vrouwelijke creativiteit op gelijk niveau te brengen met de kunst van een vrouw als Mary Cassatt (1844-1926) die wél doordrong tot de gevestigde kunstwereld. (1978, p.45)
Als laatste ontwikkeling van de herwaardering van vrouwelijke creativiteit in de kunst noemt Lindenburg het opnemen van verschillende aspecten in één kunstwerk. Zo ontwerpt Joyce Kozloff een ruimte die wordt gevormd door een vloer van keramische tegels en zijden gordijnen met opgedrukte patronen. Ze maakt daarmee een nieuwe omgeving met elementen uit de opgewaardeerde vrouwenkunst uit de Pattern Painting beweging. (1978, p.45) Kozloff en deze beweging zijn uitgebreid ter sprake gekomen in de afleveringen 259 en 260.
De zogenoemde ‘lagere’ en ‘hogere’ kunstvormen zijn in elkaar opgegaan door een bewust feministische stellingname in het creatief proces, concludeert Lindenburg (1978, p.45).