Deze YouTube-song These boots are made for walking is de 1966 original 🙂
Zo, dat waren de vijf thema’s die de samenstellers van de tentoonstelling feministische kunst internationaal (1978) hebben gekozen. Het begon bij (aflevering 158) en eindigde met aflevering 280. De besproken thema’s waren:
- bewustwording van en verzet tegen stereotype rolpatronen van mannen en vrouwen;
- herwaardering van creatieve uitingen van vrouwen in het verleden en in andere culturen;
- vrouwelijke seksualiteit in de feministische kunst;
- zoeken naar inspirerende voorbeelden van vrouwen uit heden en verleden, die laten zien dat een vrouw meer en anders kan zijn dan de gangbare clichés vrouwen graag doen geloven;
- samenwerking tussen feministische kunstenaressen onderling en tussen de feministische kunstenares en haar vrouwenpubliek.
Het uitgangspunt van de organisatoren dat feministische kunst een vertellende, betogende kunst is (zie aflevering 105), was de basis voor de keuze om de tentoonstelling naar onderwerp in te richten en niet naar vormcriteria. De samenstellers van de tentoonstelling zagen deze indeling naar onderwerp ook als een mogelijkheid om over kunstwerken te discussiëren in het licht van de diverse feministische ideologieën. Zij hebben in ieder geval een behoorlijk steentje bijgedragen aan deze discussie.
De tentoonstellingscatalogus biedt nog twee belangrijke artikelen. Eentje geschreven door Marlite Halbertsma, getiteld Sterke Voorbeelden, en eentje over de activiteiten die in de aanloop naar de tentoonstelling werden gehouden, zoals performances, videokunst, film, een uitgebreide documentatietentoonstelling, en een paneldiscussie. Dit laatste artikel is geschreven door Hedy Buursma.
Halbertsma opent haar artikel met de opmerking dat er een aantal bindende krachten in de samenleving zijn, zoals overgeleverde normen en waarden, en instituties als staat, kerk en gezin, die de mens een houvast geven bij het oplossen van individuele problemen. Het is natuurlijk een stuk lastiger je weg in de maatschappij te vinden zonder richtsnoeren of voorbeelden. Volgens Halbertsma kun je je volledig identificeren met de voorbeelden en klakkeloos andere individuen en groepen volgen, of je kunt je ertegen afzetten. (1978,p.53)
Halbertsma noemt hier twee uitersten, wat mij betreft is er nog een derde weg: steeds een eigen afweging maken van wat je overneemt en wat je naast je neerlegt. Maar het punt dat Halbertsma wil maken is dat in de westerse samenleving de identificatiemogelijkheden voor de vrouw eeuwenlang veel beperkter was dan voor de man. De vrouw kon minnaar, echtgenoot en moeder zijn, waarbinnen alleen kleine afwijkingen werden getolereerd. Als de vrouw al een beroep kon vervullen, moest dat bij voorkeur nauw samenhangen met de verzorgende taken van huisvrouw en moeder. (1978,p.53)
De maatschappelijke en culturele horizon van een vrouw was erg begrensd, mede omdat ze moeilijk weg kon van huis. Het zelfbeeld van veel vrouwen hingen samen met en werden beperkt door de weinige mogelijkheden buitenshuis. Heel soms drongen via de media glorieuze andere vrouwenbeelden door, maar die kwamen meestal uit een verre, ontoegankelijke wereld. Het gros van de vrouwen kende alleen maar vrouwen in situaties als die van haarzelf. (1978,p.53)
In 1978 schrijft Halbertsma dat het nog niet zo lang geleden is dat vrouwen niet alleen op reis mochten en geen opleidingen buitenshuis mochten volgen, laat staan zich zelfstandig met een beroep vestigen. (1978,p.53) Ook in 2019 is dat in feite nog niet zo lang geleden en torsen veel vrouwen nog steeds de last van dat verleden en/of is het een bijna dagelijkse worsteling om daarvan los te komen.
Vrouwen die al die geschreven en ongeschreven regels aan hun laars lapten werden als excentriek bestempeld of maatschappelijk doodverklaard. Alles wat voor een man als positieve deugd gold, zoals avontuur, zelfstandigheid, ontwikkeling, oorspronkelijkheid, durf, lichamelijke en geestelijke kracht, was voor een vrouw negatief geladen (what’s changed, zou ik haast zeggen anno 2019). ‘Alleen een enkele, zeer sterk in haar schoenen staande vrouw is het gelukt zich boven die vooroordelen uit te worstelen’, aldus Halbertsma. (1978,p.53)