Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 283 Geen object, maar vrouwen die zichzelf genoeg zijn

May Stevens, Forming the Fifth International, 1985, acrylic on canvas, 198.1 x 304.8 cm, 78 x 120 in., Courtesy May Stevens and Ryan Lee Gallery, © May Stevens.

Foto gevonden bij Aware Women Artists.

In de tentoonstellingscatalogus feministische kunst internationaal, bij de extra info over de kunstenaars, schrijft Marlite Halbertsma dat Bignia Corradini (zie ook aflevering 282) met een beperkt aantal thema’s werkt. In 1979 waren dat landschappen en vrouwen. Het laatste onderwerp is niet nieuw in haar oeuvre, aldus Halbertsma, want al vanaf 1974 komen in haar werk vrouwen voor. (1978, p.67)

In het begin waren vrouwen soms niet meer dan een ingeplakt portretje naast andere onderwerpen in een schilderij. Vanaf 1975 vullen de vrouwen het hele vlak in het werk van Corradini. Ze zijn het hoofdonderwerp en verliezen enigszins het portretmatige. Volgens Halbertsma zijn deze geschilderde vrouwen rustig, zelfverzekerd en nadrukkelijk aanwezig. ‘Ze zoeken geen contact met de beschouwer aan de andere kant van het doek – ze zijn geen object, maar vrouwen die zichzelf genoeg zijn. Hun kracht ligt in hun rustige, maar niet passieve zelfverzekerdheid’, observeert Halbertsma. (1978, p.67)

In 1978-1979 gaat Corradini anders werken. Geen olieverf meer, maar acryl; geen canvasdoek, maar papier; geen portretmatig realisme meer, maar een expressieve verfstreek, grote ruige vegen, heftige bewegingen en felle kleuren. Alsof de kracht van de vrouwenafbeeldingen een abstractere vorm hebben gekregen. Een agressie die positief werkt voor de vrouw die het later kan omzetten in kracht en zelfbewustzijn. (1978, p.67)

Volgens Halbertsma visualiseert Corradini het bevrijdingsproces van de vrouw niet in termen van specifieke thema’s en doelstellingen, maar in termen van gevoelens en beleving. Haar schilderijen tonen niet de gearticuleerde eisen van de vrouwenbeweging, maar zijn gewijd aan vrouwen die ernaast staan, aan zwijgende, rumoerige, sprakeloze, bleke, tandenknarsende en niet-opstandige vrouwen, aldus Halbertsma. (1978, p.67)

Een tweede kunstenaar die Halbertsma noemt (zie ook aflevering 282) is May Stevens. Deze kunstenaar identificeert zich in een zeefdruk met zowel haar moeder als Rosa Luxemburg. Ze zet de grootsheid van een ‘doorsneeleven’ als dat van haar moeder naast de tragische levensloop van een buitengewone vrouw als Rosa Luxemburg. In de afleveringen 192-193 is Stevens uitgebreid besproken.

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder