Portait Ulrike Rosenbach, freigegeben von Renate Brandt mit vollumfänglichen Nutzungsrecht, gevonden op wikip.
Terwijl de rok met belletjes over het hoofd van Ulrike Rosenbach valt, verdwijnen de beelden van de Madonna, Leila Khaled en Rosenbach van de monitoren. Blijkbaar richt Rosenbach de videocamera nu naar de grond, want – zo schrijft Hedy Buursma – de monitoren vertonen de afbeelding van de zilverfolie die op de vloer ligt. (Performance, video, film, feministische kunst internationaal, 1978, p.98, zie ook aflevering 298).
Al ondersteboven schommelend zegt Rosenbach ‘Frau sein, Frau sein, Frau sein …’.
Volgens Buursma heeft het afwijzen van de Madonna, en dan specifiek die Rosenbach heeft gebruikt in haar performance (een schilderij van Stefan Lochner, zie ook aflevering 298), nog een ander aspect: het afwijzen van de westerse cultuur- en kunstgeschiedenis die een geschiedenis is van alleen mannen. Dit afwijzen van de bestaande symbolen houdt het zoeken naar een eigen weg in, aldus Buursma. (1978, p.98-99)
Rosenbach zei daar zelf over: ‘We moeten leren hoe we onze ziel kunnen vertrouwen, terwijl we leren dat ons recht haar te bezitten verankerd ligt in ons bewustzijn van de godin, het vrouwelijke principe van het universum en in ons zelf – uit deze bron komt onze onafhankelijkheid – we zijn bereid te strijden voor eenvoud. We zijn gelijkberechtigd en verplicht bij te dragen aan politieke, gemeenschappelijke en persoonlijke oplossingen, we zijn verplicht vrouwen te leren hoe ze zich als heksenhoeders kunnen organiseren en zullen onze tradities met haar delen […].’ (1978, p.99)
Op 13-12-1978 is in De Appel, te Amsterdam de performance van Lydia Schouten. Deze performance is volgens Buursma een van de meest direct herkenbare.