Foto gevonden bij De Appel.
Lydia Schouten wentelt zich, gekleed in een bodystocking, door een plas stroop. Dit is de start van haar performance in De Appel, te Amsterdam, op 13-12-1978. Druipend van de stroop rolt ze vervolgens over een cirkel van gekleurde veertjes die rondom de stroop ligt.
Op een wand in de performanceruimte is een spiraal van touw bevestigd waaraan suikeren harten geregen zijn. Bedekt in stroop en veren slaat Schouten de harten kapot met stokjes die beschilderd zijn met goudverf.
Zo ongeveer beschrijft Hedy Buursma in haar artikel Performance, video, film de performance van Lydia Schouten, getiteld Breaking Through The Circle. (feministische kunst internationaal, 1978, p.99)
Volgens Buursma is de performance van Schouten een van de meest direct herkenbare. Gelukkig legt ze het uit, want voor mij is de bedoeling vrij duister. ‘Haar verbeelding van wat haar op dat ogenblik bezighield, het zichzelf willen zijn maar niet altijd kunnen en de pijn en moeite die hieraan verbonden zijn, sprak veel vrouwen aan’, aldus Buursma (1978, p.99).
Schouten laat volgens Buursma met haar performance zien hoe zij zich bevrijdt van de haar opgedrongen rol van mooi zijn (de veertjes) en de band verbreekt (het touw met de suikeren harten) met de man, die haar deze rol opdrong, hetgeen tevens het einde van de liefde betekent (het kapotslaan van de harten). (1978, p.99)
Ik neem aan dat de ‘opgedrongen rol’ dan de stroop is? Een rol die aan je blijft plakken, wat je ook doet? En dat je dan je best doet je daarnaar te gedragen en op te tuigen met kleurige veertjes (= dan misschien make-up, mooie kleren en dergelijke). Voor mij blijft het raden…