Volgens Roszika Parker en Griselda Pollock is de feministische kritiek vergelijkbaar met, maar niet alleen maar terug te brengen tot, de gecoördineerde aanvallen op de modernistische paradigma’s* (zie ook aflevering 339), ofwel de aanvallen op het modernistische stelsel van modellen en theorieën als denkkader van waaruit in het modernisme de werkelijkheid geanalyseerd en beschreven wordt.
De economische en ideologische veranderingen in de jaren 1970 op sociaal en cultureel gebied, baant de weg voor het samengaan van radicale ontwikkelingen in de culturele politiek. Het levert vitale krachten voor sociale verandering in de vrouwenbeweging. De kwesties over vrouwen en kunst die feministen aankaarten komen flink aan bij de gevestigde kunst en zijn instituties, omdat deze structureel seksistisch zijn, aldus Parker en Pollock.*
De feministische activiteiten die het mannelijk privilege bedreigen roepen taaie weerstand op. Feministisch kunstenaar Susan Hiller (1940-28 januari 2019) illustreert deze dynamiek helder in een interview in 1978. Ze beschrijft een reactie van een mannelijke collega op de eis van studenten voor meer vrouwen in de leiding van de kunstacademie. De man is het er helemaal mee eens, vertelt Hiller. Hij vindt dat de leiding voor minstens vijftig procent uit vrouwen moet bestaan, alleen, voegt hij eraan toe: ‘natuurlijk betekent dat het einde van het kunstonderwijs zoals we het kennen’.*
Een waarheid als een koe, lijkt mij. Al zal deze man daar andere gevoelens bij hebben gehad dan de vrouwen op de kunstacademie. Zijn comfortabele bestaan wordt bedreigd, de vrouwen krijgen een inspirerende uitdaging.
Deze video toont een werk van kunstenaar Susan Hiller, Stories from the other side, waarover ze tegelijkertijd wordt geïnterviewd. In de vroege jaren 1980 begon ze te werken met audio en visuele technologie. Deze specifieke video is een kunstwerk gebaseerd op haar interesse in verhalen van mensen, en in dit geval over hun bijna-doodervaringen.