In April 1973 organiseert Monica Sjöö met andere figuratieve kunstenaars – Liz Moore, Beverley Skinner (onvindbaar), Roslyn Smythe (onvindbaar), Ann Berg – de tentoonstelling Womenpower (zie ook aflevering 346). Ze benaderen eerst Serpentine Gallery voor het evenement, maar worden geweigerd. Wat maar goed ook is, achteraf gezien, want hierdoor zijn ze genoodzaakt op zoek te gaan naar alternatieven buiten de conventionele galerie, zo schrijven Roszika Parker en Griselda Pollock.*
Ze kiezen ervoor om in Swiss Cottage Library te exposeren. Het is een nieuw initiatief dat veel navolging krijgt van andere feministen. Deze keuze trekt een publiek dat normaalgesproken geen galeries bezoekt. Het werk van Monica Sjöö God giving birth (zie afbeelding bij aflevering 346), een schilderij waarop een vrouw een kind baart, wekt venijnige kritieken en de kunstenaar wordt bedreigd met juridische tenlastelegging: men vindt dat er sprake is van blasfemie en obsceniteit.*
De kunstenaars betrokken bij Womenpower scheppen een ander belangrijk precedent dat later veel navolging vindt op feministische tentoonstellingen: ze organiseren een meeting om de bezwaren van het publiek op hun werk te bespreken en de kwesties die volgens hen door de tentoonstelling zijn ontstaan over vrouwen en kunst.*
In het feministische tijdschrift Spare Rib, 1973, no.12, p.19 verschijnt een verslag van de tentoonstelling. Parker en Pollock hebben dat verslag integraal opgenomen in hun boek onder de titel 1973 Dossier: ‘Womenpower’ (1). De auteur van dat verslag heeft het over een ‘controversionele tentoonstelling’, ‘zeer uiteenlopende stijlen’ van de kunstenaars en heel ‘diverse onderwerpen’. Toch signaleert ze een duidelijke overeenkomst…**