Afbeelding gevonden bij gaystarnews.com.
De auteur van het Womanpower tentoonstellingsverslag in het feministische tijdschrift Spare Rib (1973, no.12, p.19, zie ook aflevering 349) ziet dat de kunstenaars een vastberadenheid delen om de eigen ervaringen in hun kunstwerken te verwerken, om de spirit van de vrouwenbeweging te portretteren, en om de door mannen gedomineerde kunstwereld uit te dagen in vorm en inhoud van hun werk.**
‘Elke keer dat ze exposeren roepen ze buitengewone reacties op’, schrijft ze. Bij Womanpower komt de politie eraan te pas. Het publiek heeft geklaagd en er zijn bedreigingen. In het kielzog van de politie arriveren de critici en verslaggevers die tot dat moment de expositie hebben genegeerd. De pornobrigade van de politie is ingeroepen, aldus de auteur, omdat een aantal schilderijen barende vrouwen laat zien.**
Ze weet te vertellen dat Monica Sjöö zich heeft afgekeerd van de abstracte kunst en zich is gaan richten op feminisme en figuratieve kunst na de geboorte van haar eerste kind. Ze citeert Sjöö, die het baren van haar kind een ‘waardige en ongelooflijke’ ervaring vond. Een ervaring die haar doet nadenken over de visie van de samenleving op vrouwen. Ze begint barende vrouwen te schilderen die sterk, waardig en immens kalm en beheerst zijn, in een stijl die voor iedereen toegankelijk is.**
Wie kan zulke schilderijen nu echt, serieus, beschouwen als obsceen of ernstig slecht voor kinderen? De auteur begrijpt er niets van. Voor haar is de tentoonstelling in de Swiss Cottage Library in Londen een van de meest levendige exposities die ze ooit heeft gezien. Tijdens haar bezoek wordt ze voortdurend aangesproken door mensen die hun hart moeten luchten over wat ze zien, en er staat een lange rij bezoekers die iets willen schrijven in het gastenboek. Ze leest daarin commentaren als ‘Zo is dat zuster’, ‘Dit zegt het allemaal’, tot ‘Als je je bh gaat verbranden, gooi je schilderijen er dan bij’.**