De meeste klachten gaan over het schilderij God giving birth van Monica Sjöö (zie afbeelding in aflevering 346), het wordt pornografisch en godslasterend genoemd, schrijft Monica Sjöö in Some thoughts about our exhibition of ‘Womenpower: Women’s Art’ at the Swiss Cottage Library (zie ook afleveringen 349-355).**
Sjöö ziet het anders, zij denkt dat zodra een schilderij geen verleidelijk glimlachende vrouw met lang blond haar toont, dit – vooral mannen – stoort. De ‘god’ in haar schilderij is het tegendeel van zo’n plastic blondine. Je ziet een waardige niet-witte vrouw die recht voor zich uitkijkt zonder te glimlachen, met een kind tussen haar benen dat uit haar baarmoeder komt. Het zou zoveel meer okay zijn geweest voor de klagende mannen als ze een verleidelijke vrouw hadden kunnen bekijken, dat waren ze tenminste gewend!**
Neem de Engelse kunstenaar Allen Jones (1937), aldus Sjöö. Hij maakt vernederende sculpturen van vrouwen: ze zijn een tafel of standaard met lampenkap, met – natuurlijk – zwarte kousen over de knieën en jarretelgordels aan. Met een stalen smoel noemt hij het formele experimenten en komt daarmee weg, schrijft ze.**
En waarom? Nou gewoon, het is de norm. Neem een willekeurig Londens metrostation en kijk naar al die vernederende afbeeldingen van vrouwen die overal hangen, advertenties en posters, om van alles te verkopen, van tandpasta tot auto’s. Mensen die dit soort advertenties en afbeeldingen van vrouwen volkomen ‘normaal’ vinden, gaan op tilt als een vrouw haar overtuiging laat zien in God giving birth en proberen de tentoonstelling te sluiten of dreigen de schilderijen te beschadigen.**
Het gebrek aan lief lachende verleidelijke blondines op de tentoonstelling Womanpower, brengt veel mannen in verwarring. Ze vinden de vrouwen in de schilderijen ‘lelijk’ of ‘agressief’, een verwijt dat vrouwen die weigeren het verplichte masker van vriendelijkheid op te zetten maar al te bekend in de oren klinkt. Iemand met ook maar een beetje daadwerkelijke interesse, aldus Sjöö, kan de echte gezichten van vrouwen zien. Deze gezichten zijn volgens haar zoveel mooier, waardiger en krachtiger dan die van de plastic vrouwen in advertenties en de kunstwerken van mannen.**
Hoogste tijd om de enorme onbenutte gebieden zoals het echte leven van vrouwen, haar werk, strijd en ambities als onderwerp voor kunstwerken te nemen, want pas dan zal er van alles gaan gebeuren!**
Terwijl Monica Sjöö en haar collega’s pleiten voor de figuratieve kunst als revolutionaire handeling, en onderzoek willen doen naar godinnenculturen en mythologie, streven andere vrouwen ernaar hun feminisme meer politiek in te zetten.