Foto gevonden bij Tyfanny of style.
Het publiek speelt bij het een-tweetje tussen kunstenaar-bohemien en le monde ofwel de chic geen rol (zie aflevering 367).
Het publiek drukt wél een stempel op de smaak, theorievorming en artistieke opvattingen in de literatuur, muziek en dramatische kunst, aldus Tom Wolfe. (Het geschilderde woord, Hollandia, 1982, p.26.)
Hoe dan?
Door koopgedrag. Er gaan miljoenen boeken over de toonbank, gebonden boeken en paperback exemplaren, en miljarden grammofoonplaten (ja, dat waren nog eens tijden in die jaren voor het digitale tijdperk). Het publiek koopt tickets om in grote stadions naar concerten te luisteren, en spendeert gemakkelijk 100 miljoen dollar aan kaartjes voor één film. (1982, p.26)
Een waar woord van Wolfe en dan volgt een belangrijke opmerking:
Dit is in de beeldende kunst nooit het geval geweest. (1982, p.26)
Wolfe zet hier even heel helder het contrast neer tussen het kleine wereldje van en rondom de beeldende kunst, en waar de rest van de kunst- en cultuurwereld mee bezig is.
Het publiek is in de beeldende kunst niet meer dan een omstander bij het spel van succes en mislukking. Het wordt voor een voldongen feit gezet en kan hoogstens rekenen op een verslag achteraf, bijvoorbeeld in de krant. Niemand is bij machte om een nieuw talent te ontdekken of een beeldend kunstenaar van een geldig waarmerk te voorzien, alleen een handjevol trendsetters die hebben ontdekt dat ze er hun voordeel mee kunnen doen. (1982, p.26-27)
Na de Eerste Wereldoorlog, rond 1920, wordt ‘nu’, ‘modern’, ‘in de mode’ voor le monde erg belangrijk. Daar past de moderne kunst, de nieuwe avant-gardegeest heel mooi in. Volgens Wolfe is Picasso een goed voorbeeld. ‘Picasso werd pas Picasso, in de kunstwereld en de publiciteit, toen hij tegen de veertig liep en de decors schilderde voor Diaghilevs Ballet Russes, toen dat in 1918 in Londen optrad. (1982, p.27-28)
Wolfe doelt hier op Sergej Diaghilev. Sonia Terk (Delaunay) heeft voor zijn ballet kostuums ontworpen (zie aflevering 169).