Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 414 De soldaten (v) gaan manhaftig voort in de strijd

Alexis Hunter, Identity Crisis, 1974. Six black and white photographs with typed text. Collection of Sammlung Verbund di Vienna, Austria.

Foto gevonden op site kunstenaar.

Vrouwen die aan de hand van mannelijke criteria hun leven beoordelen …  Sarah Kent doet dat zelf ook en ze vindt het misplaatst (zie aflevering 413). In deze beoordeling worden huisvrouwen gezien als de troepen die zich hebben teruggetrokken terwijl de andere soldaten (feministen, vrouwen die zichzelf niet als huisvrouw zien) manhaftig voortgaan in de strijd.*

‘Wij zijn degenen die gered zijn – ik kan geen enkele mislukking in welke vorm dan ook verdragen’, citeert Kent een kunstenaar die ze eens ontmoette. Er is volgens Kent niet alleen een neiging om vrouwelijk rollen en activiteiten af te wijzen, maar ook om de nadruk op geslacht te leggen. ‘Elk miniem partikel met het stempel ‘vrouwelijk’ is taboe’, schrijft ze en citeert kunstenaar Alexis Hunter (1948-2014): ‘Vrouwelijk betekent meestal onnozel en niet goed snik. Ik ben opgevoed met een mannelijk bewustzijn, ik verachtte vrouwen en trok op met mannen en wedijverde met mannen.’*

Kent put ook informatie over dit ‘mannelijke bewustzijn’ uit het boek van Lucy R. Lippard, From the center, feminist essays on women’s art (Dutton, New York, 1976, p.4). Lippard schrijft daar dat haar lijfspreuk altijd is geweest: ‘Ik heb het als een persoon gemaakt, niet als een vrouw’, tot ze op een dag tot de ontdekking komt dat ze zich al die tijd heeft geschaamd voor haar sekse. Een misschien banale maar voor Lippard wereldschokkende openbaring, en van weersomstuit schaamt ze zich voor deze langdurige schaamte.*

Een veelgehoorde wens is om bekend te worden als kunstenaar en niet als een ‘vrouwelijke’ kunstenaar, een label dat minachtend of betuttelend is, aldus Kent. Veel vrouwen zeggen nadrukkelijk: ‘Ik ben in de eerste plaats een kunstenaar en in de tweede plaats een vrouw’, aldus Kent en maant de lezer te letten op deze volgorde. Naast de tegenzin de eigen sekse te erkennen, willen veel vrouwelijke kunstenaars ook liever niet geassocieerd worden met andere vrouwen uit angst dat ze weggezet worden als een soort kansarme subgroep.*

De angst is dat je in zo’n ‘vrouwensubgroep’ geen toegang meer hebt tot de gangbare kunst en beoordeeld wordt als een, mogelijk nogal onbelangrijke, aparte categorie. Het gevolg is dat vrouwen die het gemaakt hebben in de kunstwereld, kunstenaars en critici, met een grote boog om vrouwengroepen, vrouwententoonstellingen en vrouwengalerieën heen lopen: ze willen er niet mee geassocieerd worden.*

*Kent, Sarah (1977). Engendering self-respect. Studio International. Journal of Modern Art, 3, vol.193, no.987: 194-196.

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder