Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 415 De kruimels van de eens zo rijke taart zorgen voor verandering

Bridget Riley, Continuum.

Foto gevonden bij Duncan Stephen.

Kunstenaars (v) en critici (v) willen hun carrière niet in gevaar brengen door enige connectie met vrouwengroepen, vrouwententoonstellingen en vrouwengalerieën (zie aflevering 414).

Sarah Kent snapt dat wel, want vrouwen moeten op een wel heel smal koord balanceren. Je wilt niet het label ‘vrouw’ krijgen, want dat kan overkomen als een soort excuus en dat je bedelt om een speciale behandeling. Je wilt ook niet als feminist ‘ontmaskert’ worden, want dat kan weer overkomen als al te agressief waardoor je vervreemd raakt van die mannelijke kunstwereld waar je nou juist een plekje wilt veroveren omdat dat je enige kans op een redelijk bestaan als kunstenaar is.*

Sommige vrouwen blazen hun vrouw-zijn omver door veel vertoon van zelfvertrouwen, trots en agressieve rivaliteit, bijvoorbeeld zoiets als: ‘Ik ben een veel betere kunstenaar dan al die mannen. Het verbaasde me totaal niet dat ik de klus kreeg toegewezen. Dat is geen kwestie van arrogantie – ik wist dat ik oneindig veel beter was – kijk simpelweg naar al die mannelijke mededingers, zij stellen niets voor.’*

‘De zelfontkenning van veel vrouwen, inclusief mijzelf, is begrijpelijk maar daarom niet minder pijnlijk’, schrijft Kent. Het draagt in ieder geval niet bij tot ‘bevrijding’, weet Kent. Ze signaleert dat het onderdrukken van vrouwelijkheid in de plaats komt van vrouwenonderdrukking. Volgens haar komt de natuurlijke autoriteit en kracht van vrouwen in gevaar door een soort pseudomannelijkheid te cultiveren. Ze is bang dat vrouwen zichzelf dwingen in de positie van androgyne wezens.*

Kent heeft enorm respect voor de vrouwen die het gemaakt hebben in de door mannen gedomineerde kunstwereld en zo voor andere vrouwen een voorbeeld kunnen zijn, maar ze is ook bang dat velen van hen een hoge prijs hebben betaald als het gaat om persoonlijk geluk. Toch ziet ze veranderingen in de kunstwereld, waardoor het misschien niet meer nodig is om die hoge prijs te betalen.*

Succes en falen … het is volgens Kent voor vrouwen en mannen in een nieuw licht komen te staan. Toen zij de kunstacademie verliet in de jaren 1960 was Londen nog steeds ‘swinging’, schrijft ze, met bloeiende galerieën in een economische en culturele toptijd. Kunst had een publiek en een markt en er werden reputaties opgebouwd. Kunstenaars als David Hockney en Bridget Riley (1931) werden ‘ontdekt’ op jonge leeftijd en de strijd voor een punt van de enorm rijke taart was levendig en opwindend.*

Maar dat was tegen het eind van de jaren 1960 allemaal voorbij. Die eens zo rijke taart bestond ineens uit alleen nog een paar kruimeltjes. Jonge vrouwen die eind 1960, begin 1970 van de kunstacademie komen hebben een heel andere benadering van hun eigen vrouwelijkheid dan Kent en haar generatiegenoten…*

*Kent, Sarah (1977). Engendering self-respect. Studio International. Journal of Modern Art, 3, vol.193, no.987: 194-196.

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder