Foto gevonden op kunst renaissance blogspot.
Mannen objectiveren vrouwen door middel van door hen bedachte beelden (zie aflevering 420). Vrouwen raken daardoor steeds meer vervreemd van hun eigen zelfbeeld, wat volgens Rosetta Brooks een extra aanmoediging is om zich alsmaar verder terug te trekken in de huiselijke sfeer. Het lijkt daardoor misschien dat vrouwen het fantastisch vinden, dat huisvrouwenbestaan binnenshuis, maar waarschijnlijk is het meer een toevluchtsoord.*
In huis ben je wég van de samenleving die je constant dwingt jezelf te verontschuldigen voor jouw (wijze van) bestaan, voor jouw niet voldoen aan door mannen bedachte beelden van de vrouw. Je schiet tekort, je voldoet niet aan dat abstracte ideaal, je twijfelt voortdurend aan jezelf. De sociale creatie van vrouwen in beeld en in werkelijkheid als een op zichzelf staand ding, is voortdurend in tegenspraak met de vrouw als ding voor de man, aldus Brooks.*
Ze verklaart zich nader.
Ten tijde van het uiteenvallen van het middeleeuwse christendom en de eerste manifestatie van een krachtige georganiseerde koopmansklasse, werd het idee van de natuur als ding-op-zichzelf en als onderworpen aan de wet van de mens – als een ding voor ons – ofwel de tegenstelling tussen objectiviteit en subjectiviteit, steeds sterker. Er verschenen steeds meer schilderijen die de natuur als ding-op-zichzelf weergaven in plaats van de natuur als goddelijke instantie.*
De vrouw was natuurlijk ook een ding-op-zichzelf, iets uit de natuur, een ding met gratie en schoonheid. Zo verscheen zij op menig schilderij en foto. De vrouw als object, het symbool van gratie en schoonheid en natuur (zie afbeelding bij deze aflevering). Zij het object, de man het handelend subject.*