Foto gevonden bij The Globe and Mail.
‘Feministo lijkt op een visuele discussie, een sessie op lange afstand die het bewustzijn verhoogt, misschien weet het daarom simplistische polemieken te vermijden’, aldus Roszika Parker (zie ook aflevering 424). De kunstwerken zijn niet idealistisch (vrouwen zijn sterk, geweldig, onoverwinnelijk), noch wanhopig (vrouwen zijn hulpeloos, hopeloos, slachtoffers), maar laten veel meer de complexiteit zien van de relatie van vrouwen met seksualiteit, huiselijkheid, moederschap en romantiek. Het werk is vaak geestig, oneerbiedig en ondermijnend.*
Bijna alle kunstwerken van Feministo weten de aantrekkelijkheid van huiselijkheid over te brengen én de bitterheid en desillusie ervan. Diezelfde ambivalentie wordt volgens Parker weerspiegeld in de gebruikte materialen, waar ze nostalgie en rebellie ziet in de vodden, oude foto’s, verpakkingen en bakjes van de supermarkt – ‘steriel, deprimerend maar toch verleidelijk’.*
De materialen weerspiegelen ook de beperkte middelen die vrouwen tot hun beschikking hebben, maar het opnieuw gebruiken van restmaterialen is vaak ook een bewuste keuze. Bovendien houden veel vrouwen van de vergankelijkheid van de kwetsbare kunstwerken: ze willen een statement neerzetten en geen consumentenobject maken.*
Doorbreekt deze langeafstandscommunicatie het isolement van een vrouw die thuiszit met de kinderen? Parker wijst erop dat sommige critici denken dat het project juist een bevestiging is van de vrouw in haar rol als huisvrouw. Het verlicht slechts een beetje de eenzaamheid. Deze critici zien volgens Parker over het hoofd dat er een bewustzijnsproces plaatsvindt, en dat vrouwen gestimuleerd worden hun eigen ervaringen vorm te geven in kunstwerken.*
Parker citeert een van de kunstenaressen die vertelt dat ze ‘dingen maakte, ze verstopte, ze vernietigde, en steeds meer gefrustreerd raakte over het hele proces.’ Sinds ze meedoet aan Feministo voelt ze zich nog steeds wel zeer bewust van zichzelf en onzeker over het maken van kunstwerken … ‘maar ik ga nu gewoon door. Deels omdat ik mezelf als onderdeel van een grote groep vrouwen zie die in verschillende media werken met verschillende technieken, ook al is kunst van nature iets individueels.’*