Als de compositorische elementen en beelden van de kunst van vrouwen inderdaad als apart en specifiek kan worden ‘weggezet’ (alleen begrijpelijk voor ‘een paar vrouwen’; zie punt 2. in aflevering 428), als het inderdaad nodig is om onderscheid te maken in composities op grond van gender en/of sekse, en het lijkt erop dat de vrouwelijke ervaring in het werk van sommige vrouwen zich niet alleen weerspiegelt in haar beeldtaal, maar ook dieper in de wijze waarop zij haar compositie vorm geeft, dan is dat maar zo.*
Zo, dat was een lange zin die in feite neerkomt op een middelvinger naar de roestige critici, vastgelopen in hun wijze van kijken in de door mannen gedomineerde kunstwereld.
Misschien is het tijd dat de wereld opnieuw kennismaakt met de wijze waarop vrouwen kunst maken, aldus Phil Goodall. Ze snapt dat het tijd kost om iets ‘nieuws’ te leren begrijpen, maar raadt mensen aan hun ogen goed de kost te geven want ‘wij zijn echt, wij tellen mee, wij zijn boos, wij proberen een krachtige menselijke kunst te maken dat politiek, sociaal bewustzijn, persoonlijke levensstijl, het ontwikkelen van vaardigheden, het emotionele, intellectuele en visuele integreert’.
Een probleem is dat vrouwen op twee fronten een gevecht moeten leveren, de kunstwereld en seksisme. De galerie is volgens Goodall niet de beste plek om de onderdrukking van vrouwen aan vrouwen te laten zien. Het zou beter zijn om het werk van vrouwen te presenteren op plekken die wat toegankelijker zijn voor een vrouwelijk publiek.*
Tot slot van haar artikel roert Goodall nog even het raadsel aan van het Feministo-project (zie de afleveringen 145, 265, 381-384, 423-428), namelijk de vraag of het kunst is. Hierover verschillen de meningen, maar volgens Goodall doet het er niet toe: ‘het is kunst’, schrijft ze. Veel belangrijker is dat het project gaat om visuele communicatie. ‘Het woord kunst is geladen met een glans van snobisme en mystificatie’, aldus Goodall, ‘en dat weerhoudt vrouwen ervan aan de slag te gaan. Dat willen we niet.’*