Foto gevonden bij The Art Stack.
Volgens Roszika Parker en Griselda Pollock ontstaat er bij de performance een probleem dat specifiek voor vrouwen geldt: de status van het vrouwenlichaam (zie ook aflevering 432).*
De eeuwenlange traditionele manier van kijken naar het lichaam van vrouwen, namelijk de vrouw zien als een object (zie ook afleveringen 421-422), kan een belangrijke dwarsligger zijn. Sally Potter (1949) heeft een ‘uitstekend artikel over performance geschreven’, aldus Parker en Pollock, en dat artikel is in hun boek Framing Feminism opgenomen.*
‘Mijn intentie is om vragen op te werpen die gesteld moeten worden bij en over vrouwen die werken met performances’, opent Potter haar artikel On shows. Ze baseert haar artikel mede op de ervaringen die ze heeft opgedaan als danser, choreograaf, musicus en filmmaker. Ze heeft af en toe ‘met enige terughoudendheid’ gewerkt onder het label ‘performancekunstenaar’, schrijft ze.**
In een poging haar terughoudendheid te onderzoeken, maar ook waarom vele vrouwen die met performances werken zich alsmaar afvragen wat ze nou eigenlijk doen en hoe ze hun werk het best kunnen beschrijven, duikt ze de geschiedenis in. Ze gaat terug naar de negentiende eeuw, de tijd dat de klassenverschillen zich verstevigen ten dienste van het nieuwe industriële kapitalisme. In die tijd raakt het woord artist (kunstenaar) los van de woorden artisan (handwerker) en artiste (performer).**
Het verschil tussen deze drie woorden impliceert niet alleen drie onderscheiden werkwijzen, maar moet ook een bepaalde klassepositie benadrukken. Zo wordt een artisan gezien als een vaardige handwerker zonder intellectuele, verbeeldingsvolle of creatieve doelen (kwaliteiten waarmee de bourgeoisie druk is om ze zich toe te eigenen), aldus Potter. De artiste is dan een entertainer, al betekent dit voor vrouwen meestal ‘iets met prostitutie’, want het tonen van een vrouwenlichaam in een performance staat in die tijd gelijk aan een vorm van verkopen.**
Het woord artist tot slot is gereserveerd voor schilders, beeldhouwers en soms ook voor schrijvers en componisten. Deze kunstenaar is onderdeel van een cultuur die voornamelijk door de midden- en heersende klasse wordt gedefinieerd, gefinancierd en geconsumeerd. Als je jezelf dus artist ofwel kunstenaar noemt, dan reken je jezelf tot een geschiedenis van allerlei klassenbepaalde betekenissen, concludeert Potter.**