Vrouwen hebben een lange traditie als performer in allerlei vormen, als acteur, zanger, danser, stripper en in het variététheater, merkt Sally Potter op (zie ook aflevering 437). Als een vrouwelijke kunstenaar een performance doet in een galerie of op een andere zelfgekozen plaats van handeling, zou je kunnen zeggen dat ze die hele geschiedenis met zich meesleept.*
Misschien is de kunstenaar daar zelf niet (bewust) mee bezig, kan ik mij zo voorstellen, maar het valt niet te ontkennen dat (een groot deel van) het publiek wel degelijk is ‘opgevoed’ met deze entertainmenttraditie en dat het daardoor zeker een rol zal spelen.
De vrouw als entertainer is een geschiedenis van allerlei vermomde, geromantiseerde uitingen van vrouwenonderdrukking, schrijft Potter. De betoverende verschijning van de ballerina die kwijnend in de armen van haar geliefde hangt; de groteske koningin die speelt met en overduidelijk toegeeft aan de fantasieën van haar mannelijk publiek; de zangeres die zacht smartelijk zingt over haar ongelukkige liefde en haar slachtofferrelatie met haar geliefde.*
Dit zijn de omstandigheden waarin de vrouwelijke performer zichtbaar is geweest, altijd neergezet in relatie tot de mannelijke constructie van vrouwelijkheid en in relatie tot de verlangens van de man. Als een vrouwelijke performancekunstenaar haar eigen lichaam inzet als het instrument van haar werk, bevindt ze zich voortdurend langs de rand van de afgrond die gevuld is met dit mannelijke gezichtspunt.*
Het vrouwenlichaam, naakt of gekleed, is aantoonbaar zo door dit mannelijk gezichtspunt bepaald, dat het niet gebruikt kan worden zonder daarbij ook aan misbruik te denken. Dus, wat moeten vrouwelijke performancekunstenaars dan voor strategie hanteren? Zichzelf onzichtbaar maken? Weigeren aan wat voor optreden dan ook deel te nemen? Dat is, zo merkt Potter terecht op, natuurlijk ondenkbaar.* Wat doen deze vrouwelijke performancekunstenaars dan?
Zij nemen maatregelen om een nieuwe presentatie op te bouwen, aldus Potter.*
Hoe doen zij dit?