Behalve dat de performancekunstenaar start met wat zij kent – schilderen, beeldhouwen, dansen (zie aflevering 442) – is er ook een ander belangrijk aspect: de documentatie.
Op de improvisatie na, wat weer een discipline op zich is, hebben alle, zelfs de zeer minimale, performances meestal een soort script, schrijft Sally Potter. Soms wordt de fysieke vorm van het script – een A4-tje met instructies, een schets, de sporen (materialen) die de performance zal achterlaten – als belangrijker dan de performance beschouwd. De gebeurtenis is dan ontworpen met het van tevoren bedachte besluit om te documenteren.*
Een goed voorbeeld hiervan is Marina Abramović, zij is van documenteren, documenteren en nog meer documenteren (zie aflevering 82 ‘Rip-offs’).
Maar dat geldt niet voor iedereen. Er zijn kunstenaars die juist de performance gebruiken als symbool van vluchtigheid, als anti-documentatie (denk ook aan de Land Art kunstenaars die werk maken in de natuur met als doel dat het vergaat; zie afleveringen 31, 75-76, en mijn artikel over Land Art). De performance moet voor deze kunstenaars geen enkele vorm (artefact) achterlaten, het moet een puur tijdelijke aangelegenheid zijn, de activering van een idee dat zichzelf vervolgens vernietigt. Dit wordt, aldus Potter, beschouwd als deel van de strijd tegen de het uitdijende kapitalisme.*
Als mensen samenwerken is er vaker sprake van het systematiseren van werkprocessen. Soms is het doel dat ieders ideeën bijdragen aan nieuwe inzichten bij de deelnemers voor de performance als geheel, soms werken performancekunstenaar zij aan zij samen terwijl ze toch hun eigen individuele bijdrage blijven onderscheiden als hun eigen werk. Kunstenaars die in dezelfde ruimte een performance doen of samen een serie performances doen, kunnen de indruk wekken van een verbinding, of juist van onenigheid.*
Het werkproces dat Potter zelf en anderen ambiëren heeft eerder een politieke lading.*