Sally Potter schrijft dat ze de orde achter de ogenschijnlijke wanorde wil begrijpen (zie ook aflevering 445). Wat is dan precies die wanorde volgens Potter?
Ik denk dat Potter met ‘wanorde’ doelt op de niet-rationele ‘chaos’ van het onbewuste, het onderbewuste, de gevoelens (zie ook aflevering 445). Maar waarom zou ze daar een ‘orde’ in willen vinden?
Dat heeft alles met de mogelijkheid tot verandering te maken.
Door archetypische afbeeldingen, mythologie en symbolisme lijkt het soms of er een resterend of collectief onbewuste bestaat, schrijft Potter. Het is een plek buiten de verbale denkbeelden waar de beeldenmaker leert dit materiaal te organiseren en produceren, ongeveer zoals iemand kan leren dromen op bestelling te produceren. Welnu, Potter wil een orde vinden in dit onbewuste. Ze wil de kracht van afbeeldingen ontsluiten, het mysterie ervan ontcijferen, het hopeloos evocatieve (gevoelens, beelden oproepen) omvormen tot een moment van ontleden en begrijpen.*
Beelden werken op elkaar in. De ene afbeelding verandert in de nabijheid van een andere afbeelding van betekenis. Het principe is vergelijkbaar met de montage van een film, maar de performance heeft als unieke mogelijkheid dat de performer alle zintuigen van de kijker tegelijkertijd kan mobiliseren door de inwerking van gelijktijdige beelden in tijd, ruimte, visueel en auditief.*
De performancekunstenaar kan dus tegelijkertijd werken op het niveau van het onbewuste (beelden en muziek) en op het niveau van de rationele spraak (een dialectisch principe). Dat biedt haar de mogelijkheid om het bewustzijn binnen te dringen en daar opnieuw in terug te keren om veranderingen teweeg te brengen.*
Het dialectisch principe kan ook gaan om hoe de performance als geheel een gedaanteverwisseling ondergaat door de omgeving waarin het getoond woord – door de fysieke kenmerken van die omgeving, de associaties die het oproept, haar politieke betekenis en het publiek dat naar de performance komt.*
Dat brengt Potter bij de rol van het publiek. Publiek geeft betekenis aan de performance en slurpt niet alleen een gegeven situatie naar binnen. De performer heeft dan ook een verantwoordelijkheid ten opzichte van het publiek en moet respect hebben voor hun behoeften, hoe tegengesteld die ook kunnen zijn.*
Tot slot, aldus Potter, moet je alle sporen van een afstandelijke houding achter je laten. Geen ‘niemand begrijpt me nu maar later zeker wel’-syndroom, maar manieren van werken vinden of ontwikkelen die hier en nu effectief zijn. De vraag is niet zozeer hoe je moeilijke ideeën toegankelijk moet maken, wat een minder capabel publiek impliceert waarvoor je op een betuttelende manier je werk moet ‘vergemakkelijken’. De vraag is welke passende strategie je gaat hanteren. Ontdek de specifieke functies van je werk als onderdeel van een bredere collectieve strategie, zodat je meewerkt aan de verandering van de structuren en condities waaronder we leven.