Foto gevonden bij This is live art.
De slogan ‘het persoonlijke is politiek’ is een van de fundamenten van de politiek in de vrouwenbeweging (zie ook aflevering 447). Het legt de nadruk op de politieke aard van het dagelijkse persoonlijke leven (thuis, gezin, seksualiteit) waarin de vrouw wordt onderdrukt.*
Feministen hebben de vele getuigenissen van individuele vrouwen gebruikt om een politiek begrip van de vrouwensituatie te ontwikkelen. Er is dan ook geen vooropgezette feministische politieke theorie, maar een theorie die gebaseerd is op een enorme verzameling overeenkomstige persoonlijke ervaringen.*
Het effect van deze feministische politieke theorie op de kunstpraktijk is mooi verwoord door Cate Elwes (1952), aldus Roszika Parker en Griselda Pollock. Elwes schrijft in het Feminist Art News (FAN), no.7, 1982:
‘Het onderzoek van individuele gevallen van onderdrukking, die waarschijnlijk door mannelijk gezag als een persoonlijke gril of fundamenteel gebrek zou zijn afgewezen, werd nu gekoppeld aan de ervaringen van andere vrouwen en gedepersonaliseerd met als effect dat collectieve onderdrukking helder werd. Dit proces leverde veel autobiografische werken op die de vervormde beelden van vrouwelijkheid in de media en in de kunsten tegengingen met expliciete exposities van actuele sociale, biologische en psychologische ervaringen van vrouwen.’*
Het project om het algemene af te leiden uit het particuliere en persoonlijke botst echter, volgens Parker en Pollock, binnen het domein van de kunsten met de conventionele noties van de kunstenaar waartegen feministen zich verzetten.*
Wat zijn die conventionele noties dan?