Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 456 Het acceptabele en het revolutionaire gezicht van feminisme

Joyce Kozloff, Mad Russian Blanket, 1977, collage, mixed media/paper, 65 x 80”.

Foto gevonden op site kunstenaar.

In de jaren 1970 vestigen de feministen met historische geschriften en leerstellingen steeds weer de aandacht op een oeuvre dat het verdient om zichtbaar te worden, schrijven Roszika Parker en Griselda Pollock (zie ook aflevering 455).*

Toch duurt het tot de jaren 1980, in Engeland, voor er ook maar één grote tentoonstelling is met kunst van vrouwen. Het toppunt is dan dat sommige tentoonstellingen ervoor kiezen zich niet in te laten met het feminisme, terwijl deze tentoonstellingen zónder de komst van het feminisme ondenkbaar waren geweest. Parker en Pollock stellen vast dat het acceptabele gezicht van het feminisme van harte wordt omarmd en het revolutionaire gezicht van het feminisme wordt vermeden.*

Dat acceptabele gezicht is de eis dat de verwaarlozing van vrouwelijke kunstenaars wordt rechtgezet. Het revolutionaire gezicht van het feminisme is de eis dat de totale opvatting van kunst, kunstenaar en de discipline van de kunstgeschiedenis wordt herzien en getransformeerd. De tentoonstellingen die het resultaat zijn van deze halfhartige houding tonen half werk: leuk om naar te kijken, maar verder nogal onbeduidend, aldus Parker en Pollock.*

Vervolgens gaan ze in op de tentoonstelling Quilting, Patchwork and Appliqué: 1700-1982, georganiseerd door June Freeman. Nou komt het, denk je, een bak kritiek, maar nee. ‘De vrouwen die quilts en borduurwerk maken, zijn met andere ogen naar hun eigen werk gaan kijken nadat ze de traditionele context ervan zagen op de tentoonstelling’, schrijven ze, en vervolgen met: ‘Het prachtige historische gedeelte was een antwoord op feministische kritiek op eerdere tentoonstellingen over quilts. In plaats van afstand te nemen van de makers en waar zij hun werk maakten, en in plaats van het te tonen als een vorm van abstracte kunst, werd het werk in context geplaatst.’*

Parker en Pollock citeren de bedoelingen van Freeman, zij wilde: ‘vaststellen hoe er achter de ontwikkeling en het gebruik van kunstvormen een sociale wereld schuilt, en dat de kunst die op een bepaald moment wordt geproduceerd die wereld weerspiegelt.’

*Uit het boek Framing Feminism, Art and the Women’s Movement 1970-85. Eds. Roszika Parker en Griselda Pollock, Pandora Press, Londen, 1987, pp.3-78.

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder