Foto gevonden bij rtbf.be.
De organisatoren van de expo Frida Kahlo and Tina Modotti, Laura Mulvey en Peter Wollen, zijn niet zo geïnteresseerd in het feit dat beide kunstenaars vrouw zijn. Roszika Parker en Griselda Pollock ontlenen deze en de hiernavolgende info uit het artikel van Mulvey en Wollen Women, Art and Politics, dat is opgenomen in de catalogus bij de tentoonstelling. (Zie ook de afleveringen 459-461.)
Natuurlijk speelt het vrouw-zijn in het werk van Frida Kahlo en Tina Modotti heus wel een rol, maar veel belangrijker is volgens Mulvey en Wollen dat hun bewuste beslissingen over de eigen artistieke houding slechts in beperkte mate het resultaat zijn van een bewuste, controleerbare keuze. Ofwel, met andere woorden, toevallige omstandigheden spelen een veel grotere rol, net als het historisch erfgoed. De relatie tussen deze twee uiterst belangrijke krachten omschrijven Mulvey en Wollen als de relatie tussen het noodzakelijke en het toevallige.*
Volgens hen is het verschil tussen een Italiaanse immigrant uit de arbeidersklasse die naar Californië is verkast (Tina Modotti) en een Mexicaanse burgerlijke intellectueel (Frida Kahlo) van groot belang. Deze sociaalhistorische omstandigheden dragen bij aan de houding van de kunstenaars, aldus Mulvey en Wollen. Voor Kahlo betekent dit het verlangen om zichzelf en haar gekoloniseerde culturele wortels te verkennen door middel van haar kunst. Voor Modotti betekent dit het verlangen om de omstandigheden van uitbuiting en onderdrukking die ze om zich heen ziet te veranderen, en zich vervolgens te wijden aan de internationale arbeidersklassenbeweging.*
Het belang van het definiëren en analyseren van de verschillen tussen vrouwen kenmerkt niet alleen de duotentoonstelling met werk van Frida Kahlo en Tina Modotti, maar ook de hedendaagse feministische tentoonstellingen uit de vroege jaren 1980, aldus Parker en Pollock. In de jaren 1970, toen vrouwen juist en vooral samen hun werk tentoonstelden, ging het om een stevige vastberadenheid om barrières van ras en klasse te overbruggen, om erkenning van de onderdrukking van vrouwen.*
In die jaren 1970 was het noodzakelijk voor vrouwen om elkaar op te zoeken, trots te zijn om in elkaars gezelschap te exposeren, een politiek statement neer te zetten. Maar in de loop van het decennium wordt duidelijk dat het idee van de gezamenlijk gevoelde onderdrukking juist ruimte geeft aan de dominantie van een witte, heteroseksuele, middenklasse definitie van die onderdrukking.*
Eh, hoe zit dat dan?