Op de site waar ik deze foto vond staan nog veel meer voorbeelden.
Rozsika Parker* ziet twee ontwikkelingen in de recente geschiedenis van het feminisme in de performances bij tentoonstelling About Time; Video, Performance and Installation by 21 women artists terug (zie aflevering 496).
Ten eerste is er een groeiend besef van de rol van het publiek bij het vormgeven van betekenissen. Het is in een performance voor de kunstenaar mogelijk om in direct contact met het publiek te treden.*
Ten tweede is in het feminisme samenwerking altijd heel belangrijk. In de beginjaren van de performances door vrouwen is er vaak sprake van een collectief: meerdere kunstenaars zijn aanwezig in de performance. Het is een manier om het aloude beeld van de kunstenaar als bohemien (zie bijvoorbeeld aflevering 366), de solist die doet aan zuivere zelfexpressie, te doorbreken.*
In die jaren 1980 verschuift het collectieve werk naar een samenwerking tussen de individuele kunstenaar en het publiek, aldus Parker. Niet dat het publiek rechtstreeks deelneemt aan de performance, het is eerder zo dat het publiek zelden zomaar ‘lekker kan genieten’ van de performance. Het moet aan de hand van geluidsfragmenten en beelden zelf verbanden leggen, bedoelingen ontwaren en betekenis geven. De kunstenaar stelt wel zorgvuldig een bepaald kader vast met kwesties over vrouwen in een patriarchale samenleving.
Een van de problemen waarmee feministische performance kunstenaars te maken hebben, schrijft Parker, is de traditie van vrouwelijke artiesten als spektakel voor een publiek.*
Parker haalt hierbij Sally Potter aan, die daarover heeft geschreven en wat is besproken in de afleveringen 433-446. Het wordt knap lastig voor kunstenaars, zeker de kunstenaars die hun eigen lichaam inzetten in hun performances, om weg te blijven van de vrouw als object. Het publiek is immers gewend aan die objectivering via die aloude traditie.
De kunstenaars die deelnemen aan About Time hebben dat op diverse manieren ondervangen.