Mijn filosofische vragen gaan over kunst. Duh! Hoor ik iemand roepen. Daar gaat het toch al de hele tijd over!
Eh ja, inderdaad, dat is waar. De foto laat een performance zien, een kunstvorm die in het theater en de beeldende kunst wordt gebruikt. Maar door die foto, en dan vooral mijn gevoel van afschuw over wat Marina Abramović zichzelf aandoet, denk ik niet als eerste aan kunst.
In mijn oude professie, de dramatherapie, heb ik kennisgemaakt met mensen die zichzelf beschadigen. Als professional leer je daar natuurlijk mee om te gaan, rustig te blijven, te doen wat nodig is, maar het gevoel dat zelfbeschadiging oproept verandert niet. Je leert hooguit je gevoelens daarover beter te hanteren.
Wat heeft dit te maken met de foto van de performance? Als ik Abramović languit boven brandende kaarsen zie liggen, roept dat bij mij hetzelfde gevoel op als iemand die bijvoorbeeld zichzelf brandwonden toebrengt.
Dus na de eerste reactie ‘Waarom doet zij dit?!?’, was de volgende vraag: ‘Gaat het om een soort zelfpijniging die past in de categorie automutilatie?’
De filosofische vragen staan los van al dat soort gevoelens. Ze komen voort uit een (academische) filosofisch analytische interesse. Het gaat daarbij puur om het denkproces, ingebed in een academische traditie. Die vragen zijn: ‘Wordt dit beschouwd als kunst en zo ja, door wie? Is het kunst?’