Foto te vinden op Pinterest.
Na het essay van Mary Kelly (afleveringen 471-491) en dat van Rozsika Parker (afleveringen 492-499), is het nu de beurt aan het essay van Judith Barry en Sandy Flitterman (zie ook aflevering 470).
Barry en Flitterman schrijven Textual strategies: the politics of art making. Het is opgenomen in Framing Feminism, maar verscheen in Screen, 1980, vol.21, no.2. Daar hoort ook nog wat gemopper bij, geplaatst in Screen no.4. Blijkbaar heeft de redactie het stuk geredigeerd en geplaatst zonder de auteurs te raadplegen. De auteurs klagen vooral over de aantasting van de stijl van hun stuk. Volgens hen is het inhoudelijk niet ernstig aangetast.*
De kern van Textual strategies: the politics of art making is de politieke effectiviteit van een feministisch kunstwerk. Tegen die meetlat houden de auteurs verschillende werken van verschillende kunstenaars. Hun insteek is een meer analytische benadering in plaats van ruimte maken voor de persoonlijke ervaringen van vrouwen. Ze willen de onderliggende structuur van onderdrukking boven water halen en zorgen dat die verandert.*
Het gaat Barry en Flitterman om langdurige veranderingen en daarvoor is volgens hen een theorie nodig die verder gaat dan het persoonlijke. Om beter te begrijpen waar theorie en kunst elkaar kruisen, onderscheiden de auteurs vier categorieën in wat vrouwelijke kunstenaars maken.*
Het eerste type kunst van vrouwen dat Barry en Flitterman onderscheiden noemen ze ‘de verheerlijking van een wezenlijke vrouwelijke kracht’. Deze kracht wordt gezien als een fundamentele vrouwelijke artistieke essentie die uitdrukking kan vinden als deze vrij kan worden verkend, aldus de auteurs.*
Zij noemen dit een essentialistische positie, omdat het gebaseerd is op het geloof in een vrouwelijke essentie die ergens in het lichaam van vrouwen woont. Kunstuitdrukkingen van deze essentialistische positie is bijvoorbeeld de nadruk op ‘vaginale’ vormen in schilderijen en sculpturen.*