Feuilleton Abramovic - PhD

Aflevering 527 Het opporren van een kritisch bewustzijn

Foto: Susan Hol, 2019, van eigen exemplaar catalogus feministische kunst internationaal, p.49, en bewerkt/verzameld in een beeld met tekst. Kunstwerk van Susan Lacy, Rape, 1972.

Wat moet je met feministische kunst die grotendeels in de hoofden van de kunstenaars een rijkdom aan betekenissen heeft die je niet terugziet in het werk zelf (zie aflevering 526)?

Het zal indertijd voor het publiek niet gemakkelijk geweest zijn om er iets van te snappen, maar dat publiek had nog wel de juiste context – de tijd van grote sociaal-culturele veranderingen, de tijd van de grote drang om los te breken uit oude tradities – om het kunstwerk enigszins te plaatsen. Nu, in de 21e eeuw is dat toch een stuk lastiger.

Toch ben ik van plan om te proberen er een touw aan vast te knopen, om de betekenis van feministische kunst op de juiste waarde te kunnen schatten. Een hulp daarbij kan zijn een aantal artikelen die zijn verschenen in Feminist Avant-garde: Art of the 1970s : the Sammlung Verbund Collection, Vienna, 2016. Maar dat is voor een later moment.

Het doel van feministische kunst, en dan met name het werk van de kunstenaars in de vierde categorie (artistieke activiteit als een tekstuele praktijk) die Judith Barry en Sandy Flitterman hebben onderscheiden, is toch vaak het opporren van een kritisch bewustzijn (bij toeschouwer en kunstenaar) over hoe zoiets als ‘vrouwelijkheid’ tot stand is gekomen.*

Want alleen door een kritisch begrip van ‘representatie’ kan een re-presentatie van vrouwen plaatsvinden, aldus Barry en Flitterman. Ze willen niet zomaar een definitie van ‘goede vrouwenkunst’ zien vast te stellen, omdat zo’n definitie een levendig debat over betekenissen meteen doodslaat. Het gaat ze ‘op dit historische moment’ om suggesties, niet om voorschriften.*

De passieve consument – de toeschouwer – die dé waarheid voorgeschoteld krijgt moet veranderen in een actieve deelnemer die zelf een proces van ontdekking zal doormaken en zo tot betekenissen zal komen. Een kunstwerk moet bij voorkeur een kritisch perspectief voorschotelen die het absolute betwijfelt of herziene/andere categorieën en definities van vrouwen laat zien.*

Barry en Flitterman sluiten hun essay af met de opmerking dat een theoretische benadering het dominante idee van kunst als persoonlijke expressie doorbreekt. In plaats daarvan legt deze benadering de verbinding met het sociale en het politieke, en wordt de kunstenaar verantwoordelijk voor de beelden die zij de wereld instuurt.*

*Uit: Judith Barry en Sandy Flitterman, Textual strategies: the politics of art making. In: Framing Feminism, Art and the Women’s Movement 1970-85. Eds. Roszika Parker en Griselda Pollock, Pandora Press, Londen, 1987, pp.313-321.

About the author

Susan Hol

Ontdek meer van Susan Hol

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder