Er is dus geen feministische beweging waarbinnen je iets typisch als ‘feministische kunst’ kunt aanwijzen, volgens Griselda Pollock (zie aflevering 528).
Wat is er dan wel?
Er zijn sowieso onmiskenbaar feministische artistieke praktijken. Een duidelijke overeenkomst tussen die praktijken is dat ze niet passen in de standaardprocedures en protocollen van de modernistische kunstgeschiedenis en kunstkritiek, die zich baseren op het isoleren van esthetische overwegingen zoals stijl of de gebruikte kunstmedia, aldus Pollock.*
Als je die modernistische meetlat langs de feministische artistieke praktijken legt, kun je de feministische kunstwerken niet begrijpen. De frase ‘feministische artistieke praktijken’ vindt Pollock wat onhandig gekozen, maar dient een doel.*
Het moet de aandacht verleggen van de aloude manieren waarop kunstwerken als objecten worden gezien naar de omstandigheden waaronder kunst wordt gemaakt in de vorm van teksten, gebeurtenissen en voorstellingen waarbij het effect en de betekenis afhangt van waar en hoe het door welk publiek ontvangen wordt.*
Een publiek dat vrijwel altijd doordesemd is met aloude manieren en verwachtingen bij het bekijken van kunst.*