Foto gevonden op wikip, zie ook de site van de kunstenaar.
Na een marxistische opfriscursus in de vorige aflevering, is het tijd een poging te wagen een paar brandende vragen te beantwoorden (zie afleveringen 530-531).
Allereerst: wat is ‘burgerlijke problematiek’? En dan daarna: Hoe kan het concept ‘feministische kunst’ het product zijn van een ‘burgerlijke problematiek’?
De zogenaamde ‘burgerlijke problematiek’ heeft waarschijnlijk alles te maken met de burgerij of bourgeoisie als topper (zie aflevering 531). Zij bepalen wat kunst is, wat het moet zijn, wat ‘in’ is en wat afgeschreven moet worden. Zij vormen de elite die bepaalt dat zoiets als ‘kunst’ een discrete en vanzelfsprekende entiteit moet zijn. Zij vinden dat de toeschouwer kennis van kunstzaken moet hebben en wat die kennis dan precies moet zijn.
Kortom het probleem is dat de burgerij dienstdoet als een dikke muur die elke vorm van (voor de burgerij ongunstige) verandering tegenhoudt. Als er dan toch door hardnekkig volhouden, bijvoorbeeld door feministen, dingen lijken te gaan veranderen (getsie!), dan zet de burgerij alles op alles om het in een afdoende hokje (‘feministische kunst’) te plaatsen. Ofwel: een schutting om die feministische kunst! Vasthouden aan oude waarden!
In dit verband noemt Griselda Pollock Mary Kelly’s uitspraken over ideologie.* Iets dat in dit feuilleton eerder aan bod is geweest (afleveringen 471-473 bijvoorbeeld). Waar het om gaat is dat marxistisch geïnspireerde theorieën kunst in een sociaaleconomisch kader plaatsten. Er ontstond een streven naar een minder elitaire positie van de kunstwereld, naar minder ontoegankelijke kunst, naar kunst waarvan vorm en inhoud niet alleen begrijpelijk zijn voor de kleine groep die de burgerlijke klasse vormt (zie ook aflevering 329).
Maar om effectief te kunnen zijn, aldus Pollock, moet de feministische artistieke praktijk wel eerst dat problematische in kaart brengen.*
*Uit: Griselda Pollock, II Feminism and Modernism. In: Framing Feminism, Art and the Women’s Movement 1970-85. Eds. Roszika Parker en Griselda Pollock, Pandora Press, Londen, 1987, pp.79-119.