Afbeelding van de site van de kunstenaar.
‘Ik ben een gezonde, belezen vrouw’, schrijft Elona Bennett (zie ook aflevering 534). ‘Op mijn achttiende zat ik vol met ambitie en toewijding. Ik wilde kunstenaar worden, een beeldhouwer. Ik ging naar de kunstacademie.’*
‘Omdat ik er totaal niets van snapte, besloot ik dat ik moest analyseren wat volgens mij een sculptuur was. Ik benaderde het koel en wetenschappelijk. Ik wilde niet mijn gevoelens uiten in mijn werk, want dat leek zo’n willekeurige manier van werken.’*
‘Waar zou ik beginnen? In de idealistische wereld van een kunstacademiestudent, een wereld die mijn echtewereld was, begon ik ruimte en vorm te onderzoeken, en hoe ik in dit medium kon communiceren. Bijna vier jaar lang was ik mij totaal niet bewust van iets enorm belangrijks – ik was een vrouw.’*
‘Pas toen ik in mijn laatste postdoctorale jaar zat werd ik echt geconfronteerd met dit feit. Ik bezocht toen een psychiatrisch consulent vanwege emotionele stress en depressie. Ik droeg destijds een broek omdat ik net uit de studio kwam. Hij zei: “Waarom draag jij een broek?” “Ik ben een beeldhouwer”, antwoordde ik, “en ben de hele dag aan het werk geweest in mijn studio.”’
‘“Dat is heel interessant. Heb jij je ooit afgevraagd waarom je hebt gekozen voor het beroep beeldhouwer? Het is namelijk iets heel ongewoons voor een vrouw om te doen, weet je.” Erg geïrriteerd door zijn opmerking zei ik dat het nooit bij mij was opgekomen dat ik iets ongewoons aan het doen was. Waarom zou het iets moeten uitmaken dat ik een vrouw was? Ik had dit beroep volledig uit eigen vrije wil gekozen, ik was Mij, niet een of andere vrouw.’*
‘Vanaf dat moment begon plotseling het licht te gloren.’*
*Uit: Elona Bennett, Venus de Milo: Virgin on the Rocks. In: Framing Feminism, Art and the Women’s Movement 1970-85. Eds. Roszika Parker en Griselda Pollock, Pandora Press, Londen, 1987, pp.155.