Afbeelding van de site van de kunstenaar.
‘Wie waren mijn vrienden? Met wie werkte ik samen? Had ik ooit een van mijn vriendinnen op de kunstacademie serieus genomen? Beschouwde ik ze als echte kunstenaars?’*
Deze vragen stelt Elona Bennet zich als ze uiteindelijk het licht ziet (zie aflevering 535). Het is ook meteen het slot van haar heldere persoonlijke verhaal dat in aflevering 535 begon. Een op zich niet zo heel bijzonder verhaal, helaas, want er bestaan vele versies van, verteld door talloze vrouwen.
In haar artikel, na dit persoonlijke verhaal, doet Bennet vervolgens een stap terug en pakt het bredere perspectief.
Vrouwen worden pas kunstenaar, schrijft ze, als ze de seksuele superioriteit van de mannen hebben losgewrikt; totdat de inspiratie niet langer door ‘de muze’ wordt geprikkeld. Vrouwen moeten de tegenstrijdigheid tussen ‘kunstenaar’ en ‘vrouw’ die zij in zichzelf hebben opgeslagen naar buiten brengen en de wereld confronteren met deze tegenstelling.*
Bennet heeft ook oog voor de mannelijke kunstenaars in die tijd, de jaren 1970.
Het huidige probleem voor mannelijke kunstenaars is anders, schrijft ze. Hun seksualiteit is van oudsher iets dat zogenaamd wordt ‘gesublimeerd in werk’. Mannen voelen zich klemgezet door het muffe, ongeïnspireerde ‘9-5 kostwinnerisme’ dat voor hen bestemd is. Ze rebelleren daartegen en reageren met het streven om ‘ware kunstenaars’ te worden.*
De wereld die ze de rug toekeren noemen ze ‘onderdrukkend’ en ‘troosteloos’, aldus Bennet, en de wereld die ze betreden zien ze als geaccepteerde verbeeldingskracht (cultuur?). Om dat wat te verfraaien noemen mannen het een ‘herdefiniëring van de werkelijkheid’.*
Toch hebben de mannen die kozen voor een bestaan buiten de samenleving iets verloren volgens Bennet.
*Uit: Elona Bennett, Venus de Milo: Virgin on the Rocks. In: Framing Feminism, Art and the Women’s Movement 1970-85. Eds. Roszika Parker en Griselda Pollock, Pandora Press, Londen, 1987, pp.155.