Afbeelding gevonden bij medium.com.
Hoe transformeert de vrouwenbevrijdingsbeweging ervaringen uit haar allereerste begin naar een politieke beweging? Volgens Juliet Mitchell via bewustwording, onderzoek van ‘superieure’ mannelijke vooroordelen tegen vrouwen, en onderzoek van ‘patriarchaat’ en mechanismen als seksisme (zie afleveringen 566-568). Het laatste punt dat Michell bespreekt is 4) Feminisme.
Er is, in een heel brede definitie, sprake van feminisme als iemand de rechten van vrouwen – op emancipatie, bevrijding of gelijkheid – krachtig ondersteunt.*
Een nauwkeuriger definitie vindt Mitchell bij Simone de Beauvoir, in haar autobiografie La force des choses (De druk der omstandigheden) uit 1963. Het is een negatief gestelde definitie, schrijft Mitchell, waarin De Beauvoir vertelt dat ze nooit de illusie heeft gehad de omstandigheden van vrouwen te kunnen veranderen. Het hangt volgens haar af van de toekomst van arbeid in de wereld. Om de omstandigheden van vrouwen echt te kunnen veranderen is een revolutie nodig, een hoge prijs in de ogen van De Beauvoir en voor haar reden om ‘de valkuil van het feminisme’ te vermijden.*
Over die revolutie verschillen de meningen onder feministen. De liberalen denken dat sociale gelijkheid in een kapitalistische samenleving bereikt kan worden zónder revolutie, de radicalen denken dat dit totaal níet kan zonder revolutie.*
Waar de idealistische liberalen en radicalen het wel over eens zijn, is dat ze de onderdrukking van vrouwen onafhankelijk van andere vormen van onderdrukking kunnen bestrijden. Daar staat de materialistische analyse van de vrouwenbevrijdingsbeweging tegenover, namelijk dat het bestrijden van onderdrukking juist een wezenlijk onderdeel is van een grotere revolutionaire strijd om de dominante productiewijze te veranderen van kapitalisme in socialisme en ten slotte in het communisme.*
‘Materialisme’ betekent hier dus niet dat de vrouwen uit zijn op het verzamelen van zoveel mogelijk goederen. Het is een filosofische stroming die alles herleid tot materie, tot de werkelijkheid, tot ‘dingen’, als tegengesteld aan idealisme of spiritualisme.
Bij Simone de Beauvoir vond ik in haar boek De tweede sekse (10e druk, 1990) in hoofdstuk 3 ‘Het standpunt van het historisch materialisme’ het volgende: ‘De theorie van het historisch materialisme heeft belangrijke waarheden aan het licht gebracht. De mensheid is geen diersoort, zij is een historische realiteit. De menselijke gemeenschap is een tegennatuurlijke; ze ondergaat de natuur niet gelaten, maar bedwingt die ten eigen bate door haar macht over te nemen. Die machtsovergave is geen innerlijke, subjectieve handeling, zij wordt in de praktijk ook werkelijk uitgevoerd.’ (p.76) Waarmee deze filosoof maar wil zeggen dat het idee van de vrouw als ‘natuurlijk wezen’ niet opgaat in de materialistische visie, er is altijd cultuur die de mens vormt.
*Juliet Mitchell, Women’s Estate, Pantheon Books, Londen, 1971.