Foto gevonden bij wikirouge.
De verdere ontwikkeling van de vrouwenbevrijdingsbeweging naar een politieke beweging (zie afleveringen 566-569) levert ook een heel wat feministische stromingen op. Juliet Mitchell bespreekt er een aantal. Ik verwijs hiervoor graag naar de Nederlandse vrouwenthesaurus van Atria; en bij het Belgische Rosa naar de pagina feminisme en feministische stromingen.
Vervolgens gaat Mitchell in op socialistische theorieën. Ze schrijft dat in de negentiende eeuw het probleem van de ondergeschiktheid van vrouwen en de noodzaak van hun bevrijding werd erkend door alle grote socialistische denkers. Het maakt deel uit van het klassieke erfgoed van de revolutionaire beweging. Maar het probleem wordt voor het grootste deel van midden twintigste eeuw een ondergeschikt, zo niet onzichtbaar element binnen het socialisme.*
Hoe komt dat? Dat weet zij ook niet. Ze haalt wel opmerkingen aan van mannen die het opnemen voor de vrouw (Charles Fourier), haar juist volkomen links laten liggen (Marx), die de beperkingen zien voor de vrouw om buitenshuis te werken (Friedrich Engels: laat alle vrouwen deelnemen aan het arbeidsproces en je hebt gelijkheid), en inzien dat vrouwen slaaf waren voordat de term ‘slaaf’ was uitgevonden (August Bebel, aanhanger van Engels).*
Het helpt allemaal niks, de bevrijding van vrouwen blijft een normatief ideaal, een soort apart aanhangsel bij socialistische theorieën.*
Maar dan komt Simone de Beauvoir met haar filosofisch werk Le deuxième sexe (De tweede sekse). Volgens Mitchell tot op de dag van vandaag verreweg de grootste bijdrage aan het onderwerp ‘vrouwenbevrijding’.*
De Beauvoir stelt in haar werk de positie van vrouwen door de eeuwen heen centraal. Voor het socialisme heeft zij hoegenaamd nauwelijks aandacht. Het is een apart aanhangseltje ergens in een epiloog weggewerkt. De belangrijkste theoretische innovatie van De Beauvoir is volgens Mitchell haar psychologische benadering van de argumenten op het gebied van economie en voortplanting die vrouwenonderdrukking rechtvaardigen.*
Maar ik geloof niet dat Mitchell het helemaal begrepen heeft. Zij blijft vooral zoeken naar de socialistische invalshoek, wat het socialisme aan de verklaringen van De Beauvoir kan hebben, terwijl de filosoof een lans breekt voor vrijheid en de situatie bekijkt van de vrouw als ‘ander’: de man is de maatstaf, de vrouw is de ‘ander’, degene die anders is dan die maatstaf.
Bladzijden lang besteedt Mitchell aandacht aan het socialisme. Kate Millett’s Sexual Politics komt nogmaals voorbij (zie aflevering 568), ze bespreekt openlijk seksistisch geweld van mannen in socialistische en andere revolutionaire bewegingen (Black Power, studenten, arbeiders) in Amerika, Parijs en elders tegen feministen die met hen proberen samen te werken.*
Radicaal feminisme – het geloof in vrouwenonderdrukking als fundamenteel en de vrouw-man tegenstelling als meest essentieel – werd volgens Mitchell uit dit soort gedoe geboren als een feniks uit de as.*
*Juliet Mitchell, Women’s Estate, Pantheon Books, Londen, 1971.