Wat heeft Griselda Pollock nog meer te zeggen over Post-Partum Document van Mary Kelly (zie aflevering 584)?
In haar kunstwerk reconstrueert Kelly een geschiedenis. Ze gebruikt daarvoor als medium ‘documenten’. Als je dat doet, dan heb je volgens Pollock altijd te maken met ‘gaten, fragmenten, afwezigheid’. Het effect daarvan is dat het een actieve deelname van de toeschouwer/lezer vereist om de betekenissen via de zichtbare sporen te reconstrueren.*
Deze toeschouwer/lezer moet haar sociale kennis activeren van ideologieën over vrouwen, kinderen, huishoudelijk werk, over ‘wie kunst maakt en wie de baby’s. De toeschouwer/lezer produceert vervolgens betekenis als zij bij het ontcijferen van de documenten vrouwelijkheid gaan herkennen en begrijpen als sociaal proces, gebaseerd op historisch specifieke sociale praktijken.*
En dan komt Pollock terug op waarmee ze haar paragraaf Kunst, Politiek en Vrouwen begon: wanneer je kunt zeggen dat feministische kunstpraktijken politiek zijn (zie aflevering 549).
Het heeft, concludeert ze, te maken met de relaties die ze wel of juist niet leggen met de patriarchale dominante vertogen (discoursen) en manieren van representeren. Politiek is niet alleen een inhoudelijke kwestie, noch iets waarmee de maker zich verbindt. Politieke effectiviteit is het product van bemoeienis met een specifiek netwerk van vertogen (ofwel de patriarchale discoursen in die tijd) en de voorwaarden voor productie en consumptie.*
De politiek van de vrouwenbeweging heeft gebieden als subjectiviteit, seksualiteit, de vrouw-manverdeling van arbeid, taal en beelden onderkend als gebieden van de onderdrukking van vrouwen en daarmee als mikpunten voor politieke verandering. De ontwikkelingen in de theorieën van ideologie, representatie en taal hebben volgens Pollock een politiek van kunst mogelijk gemaakt.*
Wat houdt een politiek van kunst in volgens Pollock?
Hoe zij het formuleert is voor mij als eenentwintigste-eeuwer niet meteen helder. Pollock zit nog zo stevig in die patriarchale wereld van de jaren 1960-80, dat zij die als vanzelfsprekend aanneemt. Wat zij volgens mij bedoelt is dat kunstenaars werken in de temporele (tijdelijke) ruimte die als vastliggend is gepresenteerd, zoals het patriarchale betekenissysteem, de tekstuele verbanden die binnen dat systeem worden gelegd, en de instituties die de productie, verspreiding en consumptie van die teksten ondersteunen.*
De feministische kunstpraktijken hebben in die temporele ruimte de conventionele noties van politiek en kunst radicaal veranderd.*
*Uit: Griselda Pollock, II Feminism and Modernism. In: Framing Feminism, Art and the Women’s Movement 1970-85. Eds. Roszika Parker en Griselda Pollock, Pandora Press, Londen, 1987, pp.79-119.